Deze les is volledig online en te volgen in Teams.
GL 3h - Chapitre 3
Planète francophone
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Bonjour
Deze les heb je nodig:
boeken
schrift + pen
laptop
Deze les is volledig online en te volgen in Teams.
GL 3h - Chapitre 3
Planète francophone
Slide 1 - Slide
Programme d'aujourd'hui
vragen over nagekeken toetsje voca A?
vragen over voca B?
bron C
À la fin du cours ...
... weet je het verschil tussen futur proche en futur simple
... kan je futur proche maken en herkennen
... kan je futur simple maken en herkennen
Slide 2 - Slide
toetsje voca A
Vorige week heb je een korte overhoring gekregen over voca A. Je hebt je resultaat teruggekregen. Dit kan je terugvinden in LessonUp. Bij sommige antwoorden die je gegeven hebt, staat een opmerking. Kijk alles even goed door!
Vragen? Laat het me weten! Mondeling of via chat in Teams.
Slide 3 - Slide
voca B
Voor vandaag heb je geleerd voca B. Heb je er vragen over? Is alles duidelijk?
Waarom staat er bijvoorbeeld een (e) bij prudent(e)?
En wat betekent mmv bij les gens?
Vragen? Laat het me weten! Mondeling of via chat in Teams.
Slide 4 - Slide
Waarom staat er een (e) achter prudent ?
Slide 5 - Open question
Wat betekent mmv bij les gens?
Slide 6 - Open question
Grammaire C - futur
In deze grammatica:
verschil tussen futur proche en futur (simple)
hoe maak je futur proche?
hoe maak je futur (simple)?
Slide 7 - Slide
futur proche - futur simple
Slide 8 - Slide
futur proche - futur simple
Allebei toekomende tijd
Futur proche: vooral in spreektaal
Futur (simple): vooral in geschreven teksten
Slide 9 - Slide
futur proche
Hoe maak je futur proche? -> vorm van aller + hele werkwoord
Slide 10 - Slide
Hoe maak je futur proche?
vorm van aller + hele werkwoord
aller (=gaan):
je vais
tu vas
il/elle/on va
nous allons
vous allez
ils/elles vont
Slide 11 - Slide
futur proche
voorbeeld:
nager - Ce soir, nous ... ... à la piscine.
Slide 12 - Slide
Zet in futur proche: (nager) Ce soir, nous ... ... à la piscine.
Slide 13 - Open question
futur proche
voorbeeld:
nager - Ce soir, nous ... ... à la piscine.
Ce soir, nous allons nager à la piscine.
(Vanavond gaan wij zwemmen in het zwembad.)
Slide 14 - Slide
futur simple
Hoe maak je futur (simple)? -> hele werkwoord + uitgang
Slide 15 - Slide
Hoe maak je futur (simple)?
hele werkwoord + uitgang
uitgang:
je + ai
tu + as
il/elle/on + a
nous + ons
vous + ez
ils/elles + ont
Slide 16 - Slide
futur simple
voorbeeld:
donner - Nous ... une grande fête l'année prochaine.
Slide 17 - Slide
Zet in futur simple: (donner) Nous ... une grande fête l'année prochaine.
Slide 18 - Open question
futur simple
voorbeeld:
donner - Nous ... une grande fête l'année prochaine.
Nous donnerons une grande fête l'année prochaine.
(Wij zullen volgend jaar een groot feest geven.)
Slide 19 - Slide
futur simple
Let op !!!
Als het hele werkwoord eindigt op een "e", krijg je niet hele ww + uitgang, maar hele werkwoord -e + uitgang.
bijvoorbeeld: prendre - nous prendrons (en niet prendreons)
Slide 20 - Slide
Au travail
Wat? maken opdracht: bron C Révise, 13 en 14(online)
Met wie? je werkt alleen
Hoe lang? tot einde van deze les
Hulp? voca B, docent via (chat in) Teams
Klaar? herhalen voca A en/of voca B
Slide 21 - Slide
Les devoirs - jeudi le 18 février
herhalen H3 voca B
afmaken H3 bron C Révise en opdr. 13 en 14 (online)