Maatschappijleer §2.3

§2.3 - Legitaliteitsbeginsel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§2.3 - Legitaliteitsbeginsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Introductie
Legaliteitsbeginsel = De overheid mag alleen de vrijheid van burgers inperken als de rechtmatigheid van die beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen

Heerschappij van de wet
Burgers moeten volgens filosofen zelf de samenleving vorm geven
Wetten moeten goedgekeurd worden door overheid, daardoor weten de burgers waar ze aan toe zijn
In plaats van onbegrensde macht, rechtszekerheid

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is rechtszekerheid?
A
Erop kunnen rekenen dat rechten gerespecteerd worden
B
Dat alleen de overheid wetten mag bepalen
C
Dat de burgers voor het grootste deel de wetten mogen bepalen
D
Erop kunnen rekenen dat iedereen altijd de wet volgt

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Regels en wetten
Sommige regels zijn ongeschreven en komen voort uit normen
Wetten of rechtsnormen zijn gedragsregels die wettelijk zijn vastgelegd
Het geheel hiervan heet het recht en de manier waarop het georganiseerd is de rechtsorde.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wet: Verbod op mishandeling
Wet: Vrijheid van meningsuiting
Wet: Verbod op diefstal
Norm: Bij een ruzie elkaar niet zomaar slaan
Norm: Als er ergens iets van vindt, mag je dat zeggen
Als iemand iets laat liggen, geef je het aan diegene

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Kwaliteit van de wetten
Wanneer wetten rechtvaardig zijn, houden mensen zich er sneller aan
Wetten veranderen mee met onze opvattingen
Om kwaliteit te waarborgen:
Wetten moeten voor iedereen gelden
Ze moeten openbaar en begrijpelijk zijn
Geen onnodige eisen
Niet met terugwerkende kracht
Niet onderling tegenstrijdig
Niet te vaak veranderen
Toepassing moet redelijk en zorgvuldig zijn

Slide 6 - Slide

Leg uit wat ze betekenen
Wat zijn dus de twee belangrijkste elementen waaruit het legaliteitsbeginsel bestaat?
A
1. De burgers hebben de grootste stem in de wetgeving 2. De wetten gelden voor verschillende bevolkingsgroepen.
B
1. Al het overheidshandelen berust op wetgeving 2. De wetten gelden voor verschillende bevolkingsgroepen
C
1. Al het overheidshandelen berust op wetgeving 2. De wetgeving voldoet aan de genoemde kwaliteitseisen
D
1. De burgers hebben de grootste stem in de wetgeving 2. De wetgeving voldoet aan de genoemde kwaliteitseisen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Uitbouw rechtsstaat
Begin 19de eeuw:
Burgerlijk Wetboek waarborgde vrijheid burgers
Wetboek van Strafrecht beschermde burgers en eigendommen
Na Tweede Wereldoorlog werd Nederland een sociale rechtsstaat
Overheid werd actief op meerdere gebieden wat zorgde voor verwarring

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waardoor had de overheid geen controle meer?
A
Heel veel ministers waren opgestapt
B
De mensen waren volop in protest tegen de overheid
C
De overheid was in de war door de Tweede Wereldoorlog
D
Er waren teveel taken en uitgaven

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Privatisering en marktwerking
Om weer orde te herstellen werden taken gedelegeerd naar provincies en gemeenten
Nieuw bestuursmodel: belangrijke taken overgedragen aan de markt of zelfstandige bestuursorganen
bijv. zorg, musea, openbaar vervoer en post werd gedereguleerd, verzelfstandigd of geprivatiseerd
(= in handen komen van private ondernemingen)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen voorbeeld van een private onderneming?
A
De Jumbo
B
De Belastingdienst
C
De Rabobank
D
De H&M

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Markt
Overheid stelde wel afdwingbare regels op
Marktautoriteiten zijn toezichthouders op de bedrijven
Door marktwerking is macht van overheid voor een groot deel overgedragen aan marktautoriteiten, niet democratisch en eigen regels
Voordeel: Betere behartiging burgers, betere kwaliteit en lagere prijzen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen voordeel van marktwerking?
A
De belangen van de burgers worden beter verwerkt
B
Betere kwaliteit
C
De overheid heeft geen invloed meer
D
Lagere prijzen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Eerlijk speelveld
Belangrijk dat regels voor multinationals in verschillende landen hetzelfde zijn
In EU zorgt Europese Commissie daarvoor; boetes bij misbruik van machtspositie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions