2.3 De erfenis van de Verlichting VI- groep 1

2.3 - De erfenis van de Verlichting - VI
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 - De erfenis van de Verlichting - VI

Slide 1 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 2 - Slide

Waarin verschilden communisten en anarchisten van mening en waarin kwamen ze overeen?

Slide 3 - Open question

Het ontstaan van het feminisme
Net als het socialisme was dit een emancipatiebeweging
Onder meer door het burgerlijk gezinsideaal kreeg het feminisme lang weinig aanhang

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat was een gevolg van de deelname van vrouwen aan het arbeidsproces tijdens de Eerste Wereldoorlog in verschillende Westerse landen?
A
De eerste feministische golf
B
De tweede feministische golf
C
vrouwen werden voor de wet handelingsbekwaam
D
de invoering van vrouwenkiesrecht

Slide 6 - Quiz

Wat GEEN doel dat feministen wilden bereiken tijdens de eerste feministische golf (+/- 1850-1940)
A
invoering vrouwenkiesrecht
B
scholing voor vrouwen
C
recht op abortus
D
verbod prostitutie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Wie waren de confessionelen en wat wilden zij?

Slide 9 - Open question

Wat wilden confessionelen:
- Geen stikte scheiding kerk en staat
- Strijden tegen 'verwildering in 
steden' door industrialisatie
- Oprichting eigen vakbonden om arbeiders weg te houden bij het socialisme

Slide 10 - Slide

Leg uit waardoor de positie die de protestanten en katholieken hadden in de 19de eeuwse Nederlandse samenleving van elkaar verschilde.

Slide 11 - Open question

Wat hoort niet bij de standpunten van de conservatieven:
A
nadruk leggen op traditionele normen en waarden
B
verschillen tussen standen worden aanvaard
C
overheid moet het opnemen voor de zwakkeren
D
afschaffen van de restauratie

Slide 12 - Quiz

Opdrachten:
I. Vul het schema van de politiek stromingen - confessionalisme in
II. Klaar?  Lees blz. 290 t/m 292 en maak vragen 9 t/m 13

Slide 13 - Slide

Heb je vragen over het liberalisme, nationalisme, socialisme, feminisme of confessionalisme?

Slide 14 - Mind map

Tijd van de Pruiken en revoluties (1700-1800)
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op –eigentijdse verlichte wijze vorm te geven 
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over – grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de – daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme 

Slide 15 - Slide

Welke uitleg hoort bij welk begrip?
natuurlijke rechten
rationeel optimisme
ancien régime
sociaal contract
verlicht absolutisme
Rechten die een mens vanaf zijn geboorte bezit en losstaan van de wetten die de overheid heeft ingesteld. Ze gelden voor iedereen en overal.
Een regeerwijze waarbij de vorst op absolute wijze regeert en streeft naar het bevorderen van het welzijn van het volk.
De bestuurlijke en sociale verhoudingen in de tijd van voor de Franse Revolutie, die werden gekenmerkt door een standensamenleving en absolutisme.
Denkbeeldig verdrag tussen de mensen onderling om een politieke samenleving of staat te vormen.
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van de ratio.

Slide 16 - Drag question

Tijd van Pruiken en Revoluties
7.2 Slavernij in de koloniën

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 
1    Je kunt het verband uitleggen tussen de opkomst van plantagekoloniën in West-Indië en de toenemende trans-Atlantische slavenhandel.
2    Je kunt een indruk geven van het dagelijks leven van mensen die in slavernij de plantages bewerkten in de plantagekoloniën.
3    Je kunt beschrijven hoe in Suriname de slavernij conflicten veroorzaakte tussen marrons en soldaten van de Republiek.
4    Je kunt verklaren welke veranderingen in de Europese samenleving de opkomst van het abolitionisme veroorzaakten en je kunt benoemen hoe deze ontwikkeling leidde tot het afschaffen van de slavernij.




Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide