Met welke metafoor wordt duidelijk gemaakt dat uiterlijk gedrag slechts een fractie van ons totale gedrag bepaalt.
1 / 14
next
Slide 1: Open question
GedragswetenschappenSecundair onderwijs
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Met welke metafoor wordt duidelijk gemaakt dat uiterlijk gedrag slechts een fractie van ons totale gedrag bepaalt.
Slide 1 - Open question
Alle biochemische en elektrische activiteiten in ons lichaam, noemt men ... gedrag
A
Fysisch gedrag
B
Fysiologisch gedrag
C
Fysiek gedrag
D
Lichamelijk gedrag
Slide 2 - Quiz
Mentale processen zijn ...
A
uiterlijk waarneembaar
B
uiterlijk niet waarneembaar
C
meetbaar
D
niet meetbaar
Slide 3 - Quiz
Welke methode wordt hier gebruikt om hersenactiviteit te meten?
A
PET SCAN
B
MRI
C
EEG
Slide 4 - Quiz
Welke methode wordt hier gebruikt om hersenactiviteit te meten?
A
PET SCAN
B
MRI
C
EEG
Slide 5 - Quiz
Welk drieletter-woord vat de psychologische definitie van gedrag kernachtig samen?
Slide 6 - Open question
Voor welk woord staat de O in het SOR-schema?
Slide 7 - Open question
Welke zijn de drie voornaamste gedragswetenschappen? De psychologie, de fysiologie en de ...
Slide 8 - Open question
Tot welke gedragswetenschap behoort deze onderzoeksvraag: Hoe kan je de achterstandspositie van migranten op de arbeidsmarkt verklaren?
A
Psychologie
B
Sociologie
C
Fysiologie
Slide 9 - Quiz
Tot welke gedragswetenschap behoort deze onderzoeksvraag: Kan een verhoogde hoeveelheid cortisol (stresshormoon) in het bloed bij kinderen leiden tot verlegenheid?
A
Pyschologie
B
Sociologie
C
Fysiologie
Slide 10 - Quiz
Tot welke gedragswetenschap behoort deze onderzoeksvraag: Waarom plegen meer holebi’s dan hetero’s zelfmoord?
A
Psychologie
B
Sociologie
C
Fysiologie
Slide 11 - Quiz
Welk begrip verwijst naar de wederzijdse beïnvloeding tussen een persoon en zijn omgeving?
Slide 12 - Open question
Welke componenten van de interactie maken deel uit van de cognitie?
A
Behoeften
B
Emoties
C
Gewaarwording
D
Fantasie
Slide 13 - Quiz
Welk onderdeel van de cognitie verwijst naar het opnemen van prikkels via de zintuigen?