Grammatica herhaling part 3

Wat is de naamval van:
hoc
A
nominativus
B
genitivus
C
accusativus
D
ablativus
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is de naamval van:
hoc
A
nominativus
B
genitivus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 1 - Quiz

Wat is de naamval van:
eidem
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 2 - Quiz

Wat is de naamval van:
eam
A
nominativus
B
genitivus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 3 - Quiz

Wat is de naamval van:
aliquid
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 4 - Quiz

Wat is de naamval van:
harum
A
nominativus
B
genitivus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 5 - Quiz

Wat is de naamval van:
istius
A
nominativus
B
genitivus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 6 - Quiz

Wat is de naamval van:
aliquibus
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 7 - Quiz

Wat is de naamval van:
aliquae
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 8 - Quiz

Zet de vorm om van enkelvoud naar meervoud of andersom: iste

Slide 9 - Open question

Zet de vorm om van enkelvoud naar meervoud of andersom: eiusdem (2x)

Slide 10 - Open question

Zet de vorm om van enkelvoud naar meervoud of andersom: eae

Slide 11 - Open question

Zet de vorm om van enkelvoud naar meervoud of andersom: ipsum (2x)

Slide 12 - Open question

Zet de vorm om van enkelvoud naar meervoud of andersom: has

Slide 13 - Open question

Geef de comparativus en superlativus (in de nom. ev. m.) van: longus

Slide 14 - Open question

Geef de comparativus en superlativus (in de nom. ev. m.) van: celer

Slide 15 - Open question

Geef de comparativus en superlativus (in de nom. ev. m.) van: audax, -acis

Slide 16 - Open question

Geef de comparativus en superlativus (in de nom. ev. m.) van: bonus

Slide 17 - Open question

Geef de comparativus en superlativus (in de nom. ev. m.) van: malus

Slide 18 - Open question

Geef de comparativus en superlativus (in de nom. ev. m.) van: parvus

Slide 19 - Open question

Geef de comparativus en superlativus (in de nom. ev. m.) van: fortis, -is

Slide 20 - Open question

Geef de juiste vertaling van de werkwoordsvorm:
audiebamus
(audire = horen)

Slide 21 - Open question

Geef de juiste vertaling van de werkwoordsvorm:
emisti
(emere = kopen)

Slide 22 - Open question

Geef de juiste vertaling van de werkwoordsvorm:
audiam (2x)
(audire = horen)

Slide 23 - Open question

Geef de juiste vertaling van de werkwoordsvorm:
emptum est
(emere = kopen)

Slide 24 - Open question

Geef de juiste vertaling van de werkwoordsvorm:
emero
(emere = kopen)

Slide 25 - Open question