H6 Verbanden _K

H6 Verbanden 
Herhaling 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H6 Verbanden 
Herhaling 

Slide 1 - Slide

Wat voor soort verband hoort er bij deze grafiek?
A
Wortel verband
B
Kwadratisch verband
C
Lineair verband
D
Periodiek verband

Slide 2 - Quiz

6.1 Periodieke verbanden  

Slide 3 - Slide

Hoort deze grafiek bij een periodiek verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Hoeveel seconde is de periode?
A
1,5
B
3,5
C
5
D
10

Slide 5 - Quiz

Hoe hoog is de grafiek na 27 sec.?
A
40
B
50
C
60
D
70

Slide 6 - Quiz

Misschien al een idee?

Welke grafiek is niet periodiek?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz

Wat is het maximum van deze grafiek?
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quiz

bereken de periode

Slide 9 - Open question

6.2 Kwadratische verbanden  

Slide 10 - Slide

Dit is een...
A
dalparabool
B
bergparabool

Slide 11 - Quiz

Het getal voor de x in de formule die hoort bij deze grafiek is...
A
positief
B
negatief

Slide 12 - Quiz


A
0 m
B
2,5 m
C
5 m
D
10 m

Slide 13 - Quiz

Hoort bij deze formule een berg- of dalparabool?
m=0,3t26t+4
A
Bergparabool
B
Dalparabool

Slide 14 - Quiz

Hoeveel is m als t= -3 ?
m=0,3t26t+4
A
4,0
B
19,3
C
-11,3
D
24,7

Slide 15 - Quiz

Bij welke van onderstaande formules horen bergparabolen?
A
n=5t+3t2
B
n=5t3t2
C
w=3,4t2250
D
w=3,4t2+250

Slide 16 - Quiz

6.4 Wortelverbanden 

Slide 17 - Slide

Hoeveel is h als t = 9

h=5t
A
8
B
3
C
15
D
45

Slide 18 - Quiz

Welk verband hoort bij welke grafiek?
1


Lineair verband
Kwadratisch verband
Wortelverband
Periodiek verband

Slide 19 - Drag question

6.5 Machtsverbanden 

Slide 20 - Slide

Hoe ziet de grafiek bij een machtsverband eruit?
A
Trapjesgrafiek
B
Vloeiend kromme
C
Lineaire grafiek
D
Stippengrafiek

Slide 21 - Quiz

Welke knop op je rekenmachine gebruik je voor machten?
A
B
÷
C
^
D
(-)

Slide 22 - Quiz

Machten...

24=
A
2 x 4 = 8
B
2 + 2 + 2 + 2 = 8
C
2 x 2 x 2 x 2 = 4
D
2 x 2 x 2 x 2 = 16

Slide 23 - Quiz

Wat is het gewicht als de lengte van de slang 52 cm is?
G= gewicht, l=lengte
G=0,68l3

Slide 24 - Open question