Paragraaf 2.1 - Pinpas of portemonnee

Welkom bij economie
Log alvast in op Lessonup
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij economie
Log alvast in op Lessonup

Slide 1 - Slide

Planning
- Economie nieuws
- Nakijken huiswerk
- Pauze 
- Behandelen paragraaf 2.1

Slide 2 - Slide

Waardoor is de Chinese
economie zo erg gegroeid ten opzichte van de eerste
drie maanden?
A
AliExpress gaat als een trein
B
De economie was ingestort door Corona en krabbelt nu weer op
C
De haven is enorm uitgebreid
D
China levert veel thuiswerkapparatuur en medische spullen (bijv. mondkapjes)

Slide 3 - Quiz

Hoezo is dit positief
nieuws?
A
Dit laat zien dat de economie weer aantrekt
B
Dit laat zien dat er door Corona veel banen beschikbaar zijn gekomen

Slide 4 - Quiz

Wat zouden de
supermarkten
anders willen doen?
A
Ze willen besparen dus gaan personeel ontslaan
B
Ze willen meer inzetten op vers
C
Ze willen zich meer gaan richten op online boodschappen doen
D
Ze willen minder plastic in de supermarkten

Slide 5 - Quiz

Opdracht 15
  • Antwoord: B

Slide 6 - Slide

Opdracht 16
  1. Rente
  2. Vergoeding
  3. Voor een doel
  4. Saldo 

Slide 7 - Slide

Opdracht 17
Voordelen:
  •  Je ontvangt rente.
  •  Je geeft het geld niet zo snel uit.
  •  Je spaargeld is er veilig.

 Nadelen:
  •  Je hebt minder geld tot je beschikking.
  •  Als je het geld nodig hebt, kun je er bij sommige spaarrekeningen niet snel bij.

Slide 8 - Slide

Opdracht 18
  • Antwoord: B

Slide 9 - Slide

Opdracht 19

Slide 10 - Slide

Opdracht 19

Slide 11 - Slide

Opdracht 20
  • Liam heeft een hoger spaarbedrag op zijn rekening staan.
  •  Tess heeft haar geld korter dan een jaar op haar spaarrekening staan.
  •  Liam heeft een andere spaarrekening met een hoger rentepercentage.

Slide 12 - Slide

Opdracht 21
  • A) Juist
  • B) Onjuist
  • C) Onjuist

Slide 13 - Slide

Opdracht 22
  • a) 1 = € 35
  • 2 = € 55
  • b) Als je spaartegoed € 20.000 of meer is èn het spaarbedrag het hele jaar gelijk blijft of stijgt. Je krijgt dan 1% extra rente.
  •  c)  Dat betekent dat je je geld altijd mag opnemen zonder beperkingen of extra kosten.
  •  d)  Daarmee probeert de bank mensen over te halen meer te sparen, want als het spaarbedrag hoger is, kan de bank meer geld uitlenen (en daaraan verdienen).

Slide 14 - Slide

Opdracht 23
  1. Ruilmiddel
  2.  Rekenmiddel
  3.  Spaarmiddel

Slide 15 - Slide

opdracht 24
  • Geld als ruilmiddel
  •  Geld als ruilmiddel
  •  Geld als ruilmiddel

Slide 16 - Slide

Opdracht 25
  • spaarmiddel
  •  rekenmiddel
  •  ruilmiddel

Slide 17 - Slide

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 18 - Slide

Chartaal geld
Contant geld: munten en bankbiljetten.



Contant=Cash=Chartaal

Slide 19 - Slide

Giraal geld 



  • Op je bankrekening
  •  Niet tastbaar

Slide 20 - Slide

Wat is chartaal geld?
A
B

Slide 21 - Quiz

Verschil chartaal en giraal geld
Chartaal
Giraal

Slide 22 - Drag question

Directe ruil
Indirecte ruil

Slide 23 - Slide

Indirecte ruil
Directe ruil

Slide 24 - Drag question

Wat is een voorbeeld van directe ruil?
A
Fruit ruilen tegen groente
B
Kleding verkopen op de markt
C
een auto kopen
D
Kleding verkopen op marktplaats

Slide 25 - Quiz

Elektronisch betalen
  • NIET met biljetten, munten of cheques

Slide 26 - Slide

Bart betaalt met zijn creditcard. Hier is sprake van elektronisch betalen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Bart zet geld op zijn Playstationaccount. Hier is sprake van elektronisch betalen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Huiswerk
Maken opdracht 2 t/m 12

Slide 29 - Slide