KB semester VVT

KB les VVT
Vrijdag 30-08-2024
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMiddelbare schoolMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

KB les VVT
Vrijdag 30-08-2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze les weet je waar VVT voor staat.
Na deze les weet je wat exogene en endogene factoren zijn,
Na deze les weet je welke gevolgen ouder worden heeft op de mens.
Na deze les weet je wie de indicaties voor VVT verstrekt.
Na deze les weet je welke zorgsettingen er zijn.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

VVT is ...
A
verpleegkundige verzorgende therapie
B
veel vrije tijd
C
verpleging, verzorging, thuiszorg
D
vereniging verticaal transport

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waar denk je aan bij VVT?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Welke doelgroep kom je veel tegen in de VVT branche?
A
baby`s
B
jongeren
C
volwassenen
D
ouderen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

VVT
Verpleeghuis,
Verzorgingshuis,
Thuiszorg


extramurale zorg, intramurale zorg, transmurale zorg

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke zorg valt er onder de VVT?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wie kom je tegen?
VVT – zorg voor ouderen en thuiszorg.
Wie kom je veel tegen als zorgvragers?
Oudere zorgvragers met:
  • Beperkte zelfzorg
  • Chronische ziekte
  • Psychogeriatrische aandoeningen
  • Revalidatie
  • Kort durende opname na ziekenhuis

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ouder worden is nou eenmaal normaal. Mensen kunnen het verouderingsproces vertragen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Veroudering 
Ouder worden staat al vast vanuit onze endogene en exogene factoren.
Exogeen: invloeden van buitenaf (omgeving)
Endogeen: invloeden van binnenuit (erfelijkeid)

 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Exogene voorbeelden zijn
A
Stress
B
Afname longcapaciteit
C
Slechter reactievermogen
D
Grijs haar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Endogene
A
Zonlicht
B
Roken
C
Alcoholgebruik
D
Botontkalking

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Gevolgen ouder worden op psychisch functioneren

Veranderingen in hersenen -> tragere prikkeloverdracht hersenen
Veranderingen in beleving -> verwerkingsproblematiek

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de gevolgen van ouder worden op het lichamelijk functioneren?
A
motoriek gaat achteruit
B
afnemende pompkracht hart
C
tragere spijsvertering

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Sociale problematiek
sociale veranderingen -> verhuizing of wegvallen familie, vrienden en kennissen
Isolement

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Indicatiestelling
WMO
ZVW
WLZ

CIZ -> stelt indicatie
Zorgprofiel
Zorgkantoor -> regelt zorg met aanbieder


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zorg in natura of pgb 

Zorg in natura -> zorgorganisatie via gemeente
PGB -> eigen zorg inkopen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

WMO
Zvw
Wlz
hulp en ondersteuning vanuit gemeente
zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen
Verplicht vanaf 18 jaar
zorgprofielen
vrijwilligers en mantelzorgers
verpleging en verzorging aan huis
hulp in huishouden
voortdurend intensieve zorg

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Zorgsettingen
Intramurale zorg (verpleeghuis)
Extramurale zorg ( thuiszorg/kraamzorg)
Transmurale zorg (bijv. dagbesteding)
Semimurale zorg (dagverpleging/kliniek/kraamzorg)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van extramurale zorg

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van intramurale zorg

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Deeltijdzorg is;
A
zorg waarbij de zorgvrager ook een woonplek krijgt
B
zorg waarbij de zorgvrager thuis woont en naar de dagopvang gaat
C
zorg die de zorgvrager thuis ontvangt
D
zorg waarbij de zorgvrager maar de helft hoeft te betalen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van transmurale zorg

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Intramurale zorg

Intramurale zorg betreft de zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling. Het gaat om zorg in een verpleeghuis of verzorgingshuis, instelling voor gehandicapten of instelling voor cliënten met langdurige psychische problemen.

(24-uurs zorg)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Extramurale zorg

Extramurale zorg (letterlijk: zorg buiten de muren) is zorg aan cliënten die niet in een instelling verblijven. Het is zorg die de cliënt op afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of die de zorgaanbieder bij de cliënt thuis levert.

(Thuiszorg/ aanleunwoning)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Semimurale zorg

Zorg die in een zorginstelling wordt gegeven, terwijl de zorgvrager niet wordt opgenomen. Semimuraal betekent ‘halfmuurlijk’. Bijvoorbeeld een dagbehandeling, kraamzorg in een ziekenhuis of verpleeghuis.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Transmurale zorg

Transmurale zorg wordt ook wel ketenzorg genoemd. Dit is een dynamische vorm van zorg, waarbij zorg wordt aangeboden door meerdere zorgverleners. Dit kan bijvoorbeeld thuiszorg en de zorg van een huisarts en polikliniek betekenen. Intramurale zorg en extramurale zorg worden gecombineerd.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen????
Na deze les weet je waar VVT voor staat.
Na deze les weet je wat exogene en endogene factoren zijn,
Na deze les weet je welke gevolgen ouder worden heeft op de mens.
Na deze les weet je wie de indicaties voor VVT verstrekt.
Na deze les weet je welke zorgsettingen er zijn.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

Thuiszorg is hulp aan huis voor mensen met een ziekte of beperking en kwetsbare ouderen. Het kan bijvoorbeeld gaan om:  
Hulp bij het huishouden, bijvoorbeeld de woning schoonmaken, boodschappen doen en koken.  
Begeleiding, bijvoorbeeld hulp bij het rondkomen met geld, hulp om de dag in te delen of hulp bij de opvoeding.  
Persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld hulp bij het opstaan, douchen en aankleden. 
Verpleging, bijvoorbeeld hulp bij medicijngebruik en wondverzorging.  
Verzorging en verpleging worden vaak 'wijkverpleging' genoemd.