(P2) Les 12: Stand van de aarde (optie 1)

Startklaar
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik: Klimaatgrafieken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgrafiek
  • laat de gemiddelde temperatuur en de neerslag van een plaats zien
  • rood = temperatuur
  • blauw = neerslag 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Wat heb je nodig om successvol te zijn deze les:

  • Materialen
  • Actief meedoen tijdens opdrachten
  • Stilte en focus tijdens uitleg


Wat gaan we vandaag doen?

  • Terugblik via LessonUp
  • Uitleg + aantekeningen maken
  • Oefenen
  • Eindejaarsquiz


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

      Lesdoel
De leerlingen begrijpen waarom de scheve stand van de aarde zorgt voor seizoenen.

De leerlingen kunnen uitleggen dat de invalshoek van de zon bepaalt hoe warm het ergens is.

De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen hoe dit het weer in verschillende regio’s beïnvloedt.

Slide 6 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat dat de aarde draait om zijn eigen as. 

2. De leerlingen weten dat de aarde draait om de zon. 

3. De leerlingen weten wat seizoenen zijn, 


Slide 7 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Leerdoel 1

De leerlingen begrijpen waarom de scheve stand van de aarde zorgt voor seizoenen.


Slide 8 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Waarom seizoenen?
De aarde draait om de zon in een jaar.

De aardas staat scheef (23,5 graden).

Dit zorgt ervoor dat sommige delen van de aarde meer of minder zonlicht krijgen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De stand van de aarde
Zomer: De noordelijke helft van de aarde (waar Nederland ligt) krijgt meer zon.

Winter: De noordelijke helft krijgt minder zon.

Wat betekent dit voor de temperatuur?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel 2
De leerlingen kunnen uitleggen dat de invalshoek van de zon bepaalt hoe warm het ergens is.

Slide 11 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
De invalshoek van de zon
Zonnestralen die recht op de aarde vallen, verwarmen een klein gebied. 

- Dit is warmer.

Zonnestralen die schuin vallen, verwarmen een groter gebied. 

- Dit is kouder.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe verandert de invalshoek?
Zomer: Zonnestralen komen rechter op Nederland. Het wordt warmer.

Winter: Zonnestralen komen schuiner. Het wordt kouder.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Conclusie
De breedteligging van een plaats heeft grote invloed op de temperatuur.

- hoge breedte: koud
- lage breedte: warm

Rechte zonnestralen        verwarmen kleiner oppervlak dan schuine zonnestralen 

Rechte zonnestralen leggen kortere weg af door de dampkring


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel 3
De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen hoe dit het weer in verschillende regio’s beïnvloedt.

Slide 15 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Wat als...?
Wat zou er gebeuren als de aarde rechtop stond?

Waarom zijn de dagen in de zomer langer dan in de winter?

Hoe komt het dat het bij de evenaar bijna nooit koud is?

Waarom zijn de temperaturen op de polen zo extreem?

Hoe denk je dat planten en dieren zich aanpassen aan de seizoenen?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen check
De leerlingen begrijpen waarom de scheve stand van de aarde zorgt voor seizoenen.


De leerlingen kunnen uitleggen dat de invalshoek van de zon bepaalt hoe warm het ergens is.

De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen hoe dit het weer in verschillende regio’s beïnvloedt.

Slide 17 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Door welke twee oorzaken warmen zonnestralen het land in de poolstreken maar weinig op?
A
Door welke twee oorzaken warmen zonnestralen het land in de poolstreken maar weinig op? De zonnestralen moeten er een korte weg door de dampkring afleggen.
B
De zonnestralen moeten er een lange weg door de dampkring afleggen.
C
De zonnestralen vallen er loodrecht op het aardoppervlak.
D
De zonnestralen vallen er schuin op het aardoppervlak.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Verklaar waardoor de temperatuur tussen Noord- en Zuid-Europa verschilt.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions