K2-A2/B2 4 feb

Welcome!
K2-A2/B2
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welcome!
K2-A2/B2

Slide 1 - Slide

At the end...
You know the name of different types of meat.

You know what the 'examen gesprekken' looks like.

You can have a conversation with your classmate about a 
specific dish. 

Slide 2 - Slide

Today
Recap: warenkennis groenten

Warenkennis: meat

Gesprekken + info examen

Slide 3 - Slide

Vertaal: prei

Slide 4 - Open question

Vertaal: radijs

Slide 5 - Open question

Vertaal: radijs

Slide 6 - Open question

Vertaal: sla

Slide 7 - Open question

Vertaal: basilicum

Slide 8 - Open question

Vertaal: ui

Slide 9 - Open question

Vertaal: rabarber

Slide 10 - Open question

Vertaal: spruitjes

Slide 11 - Open question

Vertaal: aubergine

Slide 12 - Open question

Vertaal: taugé

Slide 13 - Open question

Vertaal: boerenkool

Slide 14 - Open question

Vertaal: laurier

Slide 15 - Open question

Worksheet

Slide 16 - Slide

Sleep de juiste vertaling naar de afbeelding.
                                     kipfilet
Tenderloin
Chicken breast
Quail

Slide 17 - Drag question

Sleep de juiste vertaling naar de afbeelding.
                                     wild zwijn
Hare
Wild pig
Wild boar

Slide 18 - Drag question

Sleep de juiste vertaling naar de afbeelding.
                                     rollade
Porc chop
Rolled roast
Guinea fowl

Slide 19 - Drag question

Sleep de juiste vertaling naar de afbeelding.
                                      gehakt 
Veal
Meat loaf
Minced meat

Slide 20 - Drag question

Sleep de juiste vertaling naar de afbeelding.
                               schapenvlees
Mutton
Veal
Grouse

Slide 21 - Drag question

Sleep de juiste vertaling naar de afbeelding.
                               schapenvlees
Venison
Veal
Grouse

Slide 22 - Drag question

Gesprekken
Week 20 t/m 25
17 mei tot 25 juni

Slide 23 - Slide

Vóór het gesprek krijg je de examenopdracht op papier. Daarin staat welke rol jij hebt in het gesprek
en welke rol je gesprekspartner heeft.
 Je krijgt 10 minuten om één gesprek voor te bereiden.
 Je mag in totaal 10 steekwoorden opschrijven, 1 voor ieder gesprekspunt. Je doet dat in de taal
waarin je examen doet. Je mag dus geen hele zinnen opschrijven.
 Voer het gesprek precies uit zoals dat in de opdracht staat.
 Bij de beoordeling van de examenopdrachten zijn twee beoordelaars betrokken, als er één
beoordelaar is, wordt het gesprek opgenomen.
 Je mag bij het examen een woordenboek gebruiken. In de examenopdracht staat wat je nog meer
mag gebruiken.
 Na het examen lever je alles in wat je gebruikt hebt, bijvoorbeeld kladpapier en je lijstje met
steekwoorden. 

Slide 24 - Slide

Waarop word je beoordeeld?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Gesprekken
Make pairs.
 Choose who is speaker 1 and who is speaker 2.
Talk for about 2 minutes.

Task:
You get a dish. 5 min to for search information. After 5 minutes you will interview each other. 

Slide 27 - Slide

Gesprekken
Search for information about:
Origin
Ingredients
How do you make it?


Slide 28 - Slide

Gesprekken
Each speaker chooses one of these next dishes.
Speaker 1:                                                               Speaker 2:
American pancakes                                                        British breakfast Quesadillas                                                      Onion soup        
   Ratatouille                                                           Kimchi             

Slide 29 - Slide

Gesprek 1
Speaker 1 interviews speaker 2.
Questions:
Which dish have you chosen?
Where does it come from?
What is in the dish?
How do you make the dish?
Have you ever eaten or made it?

Slide 30 - Slide

Gesprek 2
Speaker 2 interviews speaker 1.
Questions:
Which dish have you chosen?
Where does it come from?
What is in the dish?
How do you make the dish?
Have you ever eaten or made it?

Slide 31 - Slide

Gesprek 3
Speaker 1 and speaker 3 interviews speaker 2
Questions:
Which dish have you chosen?
Where does it come from?
What is in the dish?
How do you make the dish?
Have you ever eaten or made it?

Slide 32 - Slide

At the end...
You know the name of different types of meat.

You know what the 'examen gesprekken' looks like.

You can have a conversation with your classmate about a 
specific dish. 

Slide 33 - Slide