FA 1VHa les 20

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

''Bonjour 1VHa!''

Voor de leerlingen thuis:

Je kunt je alvast inloggen in Lesson-up. 

Om 9.00 beginnen we.

Wat gaan we doen vandaag?

1. Quiz pour un petit prix: een paaslolly!

Batricia winnares vorige keer

2.  De Franse klok - quiz pour un petit prix: een paaslolly!

3. Huiswerk nakijken

4. Huiswerktijd

Le mardi (1), j'ai anglais (2)

1. 1. Maandags 2. Engels
2. 1. Dinsdags 2. Engels
3. 1. Maandags 2. Spaans
4. 1. Dinsdags 2. Spaans

echt

1. vraimant
2. vraiman
3. vraiment
4. vraimen

lachen

1. commencer
2. manger
3. dessiner
4. rigoler

De pauze

1. le contrôle
2. un contrôle
3. la récré
4. un récré

VRAI ou FAUX?

A. Deux matières scolaires zijn les maths + le dessin
B. Difficile en facile zijn tegenovergestelden.

1. 1 = vrai (waar) 2 = faux (fout)
2. 1 = vrai (waar) 2 = vrai (waar)
3. 1 = faux (fout) 2 = faux (fout)
4. 1 = pas vrai (niet waar) 2 = vrai (waar)

1. à dix heure
2. à dix heures

1. 1 = vrai (waar) 2 = faux (fout)
2. 1 = vrai (waar) 2 = vrai (waar)
3. 1 = faux (fout) 2 = faux (fout)
4. 1 = pas vrai (niet waar) 2 = vrai (waar)

fort

le néerlandais

le français

l'école

difficile

le secret

les devoirs

la trousse

la prof

le sac à dos

Je suis EN QUATRIÈME

1. in de vierde klas
2. in de eerste klas
3. in de tweede klas
4. in de derde klas

Madame Houkes est TOUJOURS (1) trop SÉVÈRE (2)

1. 1. soms 2. aardig
2. 1. soms 2. streng
3. 1. altijd 2. aardig
4. 1. altijd 2. streng

LAATSTE

SURTOUT (1) Madame Baarsma est très SYMPA (2)

1. 1. vooral 2. aardig
2. 1. vooral 2. streng
3. 1. soms 2. aardig
4. 1. soms 2. streng

Paaslolly!

Wat gaan we doen vandaag?

1. Quiz pour un petit prix: een paaslolly!

Batricia winnares vorige keer

2.  De Franse klok - quiz pour un petit prix: een paaslolly!

3. Huiswerk nakijken

4. Huiswerktijd

FRANS KLOK

Hoe zeg je ''HET IS.... (4 uur)''?

1. C'est...
2. Elle est....
3. On est...
4. Il est ...

Welke is goed?

1. Il est une heures.
2. Il est trois heure.
3. Il est quatre heures.
4. Il est un heure.

Grijze deel van de klok is:

1. MIN-kant
2. PLUS-kant

Il est sept heures cinq =

1. Het is 4.10 uur.
2. Het is 7.10 uur.
3. Het is 4.05 uur.
4. Het is 7.05 uur.

Il est sept heures moins cinq =

1. Het is 6.55 uur.
2. Het is 7.05 uur.
3. Het is 7.55 uur.
4. Het is 6.05 uur.

1. Il est dix heures moins le quart.
2. Il est huit heures et quart.

1. 1. Het is 10.15 uur. 2. Het is 8.15 uur.
2. 1. Het is 9.45 uur. 2. Het is 8.15 uur.
3. 1. Het is 9.45 uur. 2. Het is 7.45 uur.
4. 1. Het is 10.15 uur. 2. Het is 7.45 uur.

LAATSTE
Il est deux heures et demie.

1. Het is 14.30.
2. Het is 2.15.
3. Het is 2.30.
4. Het is 14.15.

Paaslolly!

Wat gaan we doen vandaag?

1. Quiz pour un petit prix: een paaslolly!

Batricia winnares vorige keer

2.  De Franse klok - quiz pour un petit prix: een paaslolly!

3. Huiswerk nakijken

4. Huiswerktijd

Corriger les devoirs

p. 107, 12c en 12d

De Franse klok

Il est une heure cinq/ Het is 1 uur 5

Il est une heure et quart/ Het is 1 uur en kwart.

Il est une heure vingt-cinq/ Het is 1 uur 25.

Il est une heure et demie/ Het is 1 uur en half.

Il est deux heureS moins vingt-cinq/ Het is 2 UREN MIN 25.

Il est deux heures moins vingt/ Het is 2 uren MIN 20.

Il est deux heures moins le quart/ Het is 2 uren MIN HET kwart

Il est deux heureS moins cinq/ Het is 2 uren MIN 5.

WE GAAN ONLINE OEFENEN NU!

Wat gaan we doen vandaag?

1. Quiz pour un petit prix: een paaslolly!

2. Huiswerk: p. 100, 101, 102 fotograferen en opsturen via Teams Opdrachten

3. De Franse klok

4. Huiswerktijd

Fais les devoirs

Devoirs (huiswerk)

maken: p. 104 (10a, b, c,)

p. 106 (11a, 11b, 12b)

leren: p. 128 A + B (beide kanten op)