Praktische Economie H3, paragraaf 1

Praktische Economie H3, paragraaf 1
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Praktische Economie H3, paragraaf 1

Slide 1 - Slide

Als ik spaar voor een nieuwe laptop. Dan spaar ik ...?
A
voor een doel
B
uit voorzorg
C
voor rente

Slide 2 - Quiz

Sparen
Als je een deel van je inkomen niet uitgeeft, maar bewaart voor later, dan ben je aan het sparen

Drie redenen om te sparen (spaarmotieven):
  • voor een doel
  • uit voorzorg
  • voor de rente

Slide 3 - Slide

Rente

Rente = vergoeding % van bedrag

Als je geld op je spaarrekening hebt staan, krijg je rente.

Als je geld van een bank leent, betaal je rente.


Slide 4 - Slide

Enkelvoudige rente

Je hebt €2500 op een spaarrekening met 3% rente.
Hoeveel rente heb je ontvangen na 1 jaar.

Slide 5 - Slide

Samengestelde rente
Samengestelde rente = 
rentepercentage x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)
  • Bij de meeste spaarrekeningen heb je samengestelde rente.
  • De rente wordt dan na elk jaar bijgeschreven op je rekening. Het spaarbedrag neemt zo ieder jaar toe. 
  • In het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus rente.
  • Het heet dus ook wel ‘rente op rente’.
 

Slide 6 - Slide

Rente op rente noemen we ook wel
A
Enkelvoudige interest
B
Samengestelde interest

Slide 7 - Quiz

Premie
De prijs die je betaalt om je risico verzekeren, heet premie.


Hoogte van de premie hangt af hoe hoog het risico  is van het verzekeren. 

Slide 8 - Slide

Wat is de premie?
A
Het bedrag dat je elke periode betaalt voor de verzekering.
B
De voorwaarden voor de verzekering
C
Degene die de verzekering betaalt.
D
Degene die jou verzekert.

Slide 9 - Quiz

Maak opdracht
1 t/m 8 paragraaf 3.1

Slide 10 - Slide