1. Bewegingen vastleggen ZANP

Klas 2 H/V
1. Bewegingen vastleggen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klas 2 H/V
1. Bewegingen vastleggen

Slide 1 - Slide

 Wat denk je dat dit hoofdstuk inhoudt?

Slide 2 - Slide

Wat denk je dat dit hoofdstuk inhoudt?
Wat ga je doen? Welke Begrippen kan je al noemen?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Hoe kan je een 
beweging vastleggen?

Slide 5 - Slide

Beweging vastleggen: Het maken van een video
Bijvoorbeeld:

Slide 6 - Slide

Beweging vastleggen: Het maken van een video
Bijvoorbeeld:
Welke grootheden kan direct je uit de video's halen?
afstand en tijd

Slide 7 - Slide

Welke grootheden kan je direct uit de video's halen?
A
snelheid, tijd, afstand
B
snelheid, afstand
C
tijd, snelheid
D
afstand, tijd

Slide 8 - Quiz

Afstand

Slide 9 - Slide

Tijd

Slide 10 - Slide

Snelheid

Slide 11 - Slide

Dezelfde grootheden en eenheden zoals bij het vorige hoofdstuk

Slide 12 - Slide

Hoe reken je van kilometer naar meter?
A
delen door 1000
B
vermenigvuldigen met 1000
C
delen door 100
D
vermenigvuldigen met 100

Slide 13 - Quiz

Hoe reken je van uur naar seconde?
A
delen door 120
B
vermenigvuldigen met 120
C
delen door 3600
D
vermenigvuldigen met 3600

Slide 14 - Quiz

Snelheid omrekenen (km/h > m/s)

Slide 15 - Slide

Je moet de eenheden soms omrekenen, dat doe je zo:

Slide 16 - Slide

Filmpje Basketbal

Slide 17 - Slide

Beweging vastleggen

Slide 18 - Slide

Strobscopische foto

Slide 19 - Slide

Hoogste snelheid
1

Slide 20 - Slide

Tussen welke 2 punten heeft de turner de hoogste snelheid?

Slide 21 - Open question

Opdracht grafiek vallende bal
Dus 10 cm tussen 1ste bal en donker blauwe bal! 2cm + 8cm

Slide 22 - Slide

Voorbeeld opdracht grafiek rollende bal

Slide 23 - Slide

Voorbeeld opdracht grafiek rollende bal

Slide 24 - Slide

Opdracht omrekenen snelheid

Slide 25 - Slide

Antwoorden omrekenen snelheid

Slide 26 - Slide

Opgaven
Opgave 1
Reken om (Tussen haakjes staat een hint)
5 m/s = ... km/h
100 km/h = ... m/s
17 km/s ( = ... m/s)  = ... km/h
800 km/h ( = ... m/s) = ... km/s

Opgave 2
a. Wat is een stroboscooplamp?
b. Wat heb je allemaal nodig om een stroboscopische foto te maken?

Opgave 3
a. Waarom moet een stroboscopische foto in een donkere kamer gemaakt worden?
b. Waarom moet het bewegende voorwerp voor een donkere wand geplaatst worden? 
Opgave 4 
Hiernaast zie je een stroboscopische foto van de
val van een minibasketbal (inzoombaar). De tijd
tussen twee flitsen is steeds 0,045 s. Op de foto
is de werkelijk afgelegde afstand steeds in cm aangegeven. Teken de grafiek van de beweging. 

Opgave 5
a. Zet de beweging in een 
(afstand, tijd)-tabel, zoals 
hiernaast weergegeven
(inzoombaar). 
b. Zet de beweging in een
(afstand, tijd)-grafiek in je
schrift.
c. Bepaal de afstand die het balletje in 0,45 s aflegt.
d. Bepaal de afstand die het balletje in 0,25 s aflegt.
e. Bepaal hoelang het balletje doet over 75 cm.

Slide 27 - Slide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel

Slide 28 - Slide

Opdracht 1a

5 m/s = ... km/h
Er is een eenvoudige berekening. Van m/s naar km/h is vermenigvuldigen met 3,6. Van km/h naar m/s is delen door 3,6

Slide 29 - Open question

Opdracht 1b

100 km/h = ... m/s
Er is een eenvoudige berekening. Van m/s naar km/h is vermenigvuldigen met 3,6. Van km/h naar m/s is delen door 3,6

Slide 30 - Open question

Opdracht 1c

17 km/s ( = ... m/s) = ... km/h
Er is een eenvoudige berekening. Van m/s naar km/h is vermenigvuldigen met 3,6. Van km/h naar m/s is delen door 3,6

Slide 31 - Open question

Opdracht 1d

800 km/h ( = ... m/s) = ... km/s
Er is een eenvoudige berekening. Van m/s naar km/h is vermenigvuldigen met 3,6. Van km/h naar m/s is delen door 3,6

Slide 32 - Open question

Opgave 2
a. Wat is een stroboscooplamp?
b. Wat heb je allemaal nodig om een stroboscopische foto te maken?

Slide 33 - Open question

Opgave 3
a. Waarom moet een stroboscopische foto in een donkere kamer gemaakt worden?
b. Waarom moet het bewegende voorwerp voor een donkere wand geplaatst worden?

Slide 34 - Open question

Opgave 4a
Hiernaast zie je een stroboscopische foto van de val van een minibasketbal (inzoombaar). De tijd tussen twee flitsen is steeds 0,045 s. Op de foto is de werkelijk afgelegde afstand steeds in cm aangegeven.
Teken de grafiek van de beweging, maak een foto van je schrift
bekijk deze video voor een uitleg: https://www.youtube.com/watch?v=3Mhe-nAbniQ
tip

Slide 35 - Open question

Opgave 4b
Bekijk de foto en je grafiek van de vorige vraag nog eens.

Tussen welke twee tijdstippen ging de bal het snelst? Hoe zie je dit?

Slide 36 - Open question