This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
2 minuten voordat de les begint
Telefoon in de tas. Oordopjes ook in de tas.
Werk- en tekstboek op tafel
Iedereen stil als de timer is afgelopen
timer
2:00
Slide 1 - Slide
Vandaag
Herhalen H7.1 en H7.2: ring van vuur & grote Japanse ramp
Bespreken opdrachten H7.3. De Aso-vulkaan
Verwerkingsopdracht: herhalen & verdiepen
Afronden
Slide 2 - Slide
Even opfrissen
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Jij kan uitleggen hoe een Aso-vulkaan is ontstaan
Jij kan uitleggen hoe het landschap van de caldeaira van de Aso-Vulkaan eruitziet.
Jij kan de voordelen van vulkanisme benoemen
Slide 4 - Slide
Huiswerk
Toetsweek = RTTI atlasvaardigheden. Er staat extra oefenmateriaal op Google Classroom! Ook als je vragen hebt; via Google Classroom stellen. Vragen stellen = leren.
Donderdag 26-4:
Leren: H7. Paragraaf 3
Maken: H7. Par 4. Opdr 1,2,3,4,5,8.
Portfolio = Inleveren H7. via Google Classroom voor 23.59u op donderdag 26-4.
De vorige les hebben we het gehad over de aardbevingen en vulkanen rondom Japan.
Weet je nog waardoor in Japan de kans op een aardbeving of een vulkaanuitbarsting zo groot is?
Schrijf je antwoord in je aantekeningeschrift op!
Slide 6 - Slide
par 3: Vulkanisme: de Aso-vulkaan
Slide 7 - Slide
nos.nl
Slide 8 - Link
Slide 9 - Video
Wegduikende platen
Aantekening
Plaatbewegingen veroorzaken niet alleen aardbevingen, maar ook vulkanen.
Regel: hoe dieper in de aarde komt, hoe hoger de temperatuur wordt. Een onderduikende plaat smelt gedeeltelijk. Er ontstaat magma dat opstijgt en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
Bij Japan zijn het twee oceanische platen die onder de Euraziatische continentale plaat duiken.
Slide 10 - Slide
3 soorten vulkanen
Slide 11 - Slide
Schildvulkaan
Plaatbeweging: divergentie
Niet explosief
magma is dun en vloeibaar
flauwe helling
Slide 12 - Slide
Stratovulkaan
plaatbeweging: subductie
explosief (eruptie)
magma dik en stroperig
steile helling
vulkanische bommen
pyroclastische stroom (gloedwolk)
Slide 13 - Slide
Caldeiravulkaan
ontstaan uit stratovulkanen met grote magmakamer
Na uitbarsting stort het dak van de leeggelopen magmakamer in
In de oude krater vormt zich een kratermeer en (1 of meer ) nieuwe krater(s)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Gevolgen van een vulkaanuitbarsting
• Lava en as • Giftige gaswolken • Aardbevingen • Pyroclastische stromen
Zijn er ook positieve gevolgen van een vulkaanuitbarsting?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Vulkaan Aso
De Aso-vulkaan is nu niet meer actief. De krater die ontstaat na een uitbarsting noemen wij: De caldeira
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Opbouw vulkaan
Magmakamer
Kraterpijp
Krater
Eventuele zijspleten
Na een uitbarsting:
Caldeira
Slide 21 - Slide
Wat zijn de voordelen van vulkanisme? (Geef er 2!)
Slide 22 - Open question
Voordelen:
1) Warmwaterbron (Toerisme)
2) Vruchtbare grond 3) Tufsteen 4) Geothermische energie
Slide 23 - Slide
a Is de plaat met nummer 2 een oceanische of een continentale plaat?
b Verklaar je antwoord bij vraag a.
Slide 24 - Open question
Welke uitspraak is juist?
A
Vulkanen en aardbevingen komen voornamelijk voor bij plaatranden.
B
Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
C
Een continentale plaat is zwaarder dan een oceanische plaat.
D
Rond de Atlantische Oceaan komen veel vulkanen en aardbevingen voor.
Slide 25 - Quiz
Iemand doet twee uitspraken:
I Nederland ligt bij een plaatrand, daarom zijn er veel aardbevingen. II Nederland en Japan liggen op dezelfde plaat.
Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.
Slide 26 - Quiz
a Welke plaatbeweging vindt er plaats onder een mid-oceanische rug? b Noteer twee gevolgen van deze beweging. c Komt deze plaatbeweging (vraag a) veel voor in de Ring van Vuur? d Verklaar je antwoord bij vraag c.
Slide 27 - Open question
Gesmolten gesteente in de aarde heet ....
A
Magma
B
Lava
Slide 28 - Quiz
Iemand doet twee uitspraken: I Met de schaal van Richter wordt de kracht van een aardbeving gemeten. II Een aardbeving met kracht 5 op de schaal van Richter is 100 keer zo zwaar als een aardbeving met kracht 3.
Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.
Slide 29 - Quiz
De meeste en de zwaarste aardbevingen komen voor bij ....
A
convergentie
B
divergentie
Slide 30 - Quiz
Maken & nakijken H7. Par 3. Opdr 2,4,5.
Klaar? = Maken H 7. Par 3. Opdr 1,2,3,4,5,8.
Zs: in stilte maken dus! Doorheen praten = strafregels!
timer
15:00
Slide 31 - Slide
Benoem drie dingen die je vandaag hebt geleerd
Slide 32 - Open question
Ik wil graag extra uitleg over....
Slide 33 - Open question
Terug naar de leerdoelen
Wat heb je vandaag nu geleerd?
Waar wil jij extra uitleg over krijgen?
Slide 34 - Slide
Toets bespreken
Slide 35 - Slide
Toets bespreken; regels
Ik bespreek de toets, jullie luisteren. Daarna luister ik naar jullie
Vragen pas na afloop van de uitleg. Niet onderbreken tijdens uitleg.
Controleer of de puntentelling klopt.
Slide 36 - Slide
Huiswerk
Toetsweek = RTTI atlasvaardigheden. Er staat extra oefenmateriaal op Google Classroom! Ook als je vragen hebt; via Google Classroom stellen. Vragen stellen = leren.
Donderdag 26-4:
Leren: H7. Paragraaf 3
Maken: H7. Par 4. Opdr 1,2,3,4,5,8.
Portfolio = Inleveren H7. via Google Classroom voor 23.59u op donderdag 26-4.