13/10/23 Kleding

Fijn dat je er bent! 
Welke emoji past vandaag bij jou?
Goedemorgen!

Fijn dat je er bent. 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Fijn dat je er bent! 
Welke emoji past vandaag bij jou?
Goedemorgen!

Fijn dat je er bent. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma vandaag:
1. Terugblik
2. Geen - niet
      Hier - daar
3. Blauwe woorden A1: 8.9 en 8.12
4. Reflectie
5. Vooruitblik


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. Vorige les:
Wat leerde je de vorige les?


Slide 3 - Slide

Maak connectie met deze les
Lesdoelen: Na deze les ...
  • ken ik meer Nederlandse woorden
  • heb ik geoefend met geen -niet
  • heb ik geoefend met hier - daar
  • heb ik gepland wat ik thuis ga doen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

2. Lidwoorden
Welke lidwoorden ken je?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

2. Welke/ welk
6.6 filmpje

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welk of welke?
___ dag is het vandaag?
A
Welk
B
Welke

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk of welke?
____ fruit vind jij lekker?
A
Welk
B
Welke

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welk of welke?
___ jas vind jij leuk?
A
Welk
B
Welke

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welk of welke?
___ sport is leuk?
A
Welk
B
Welke

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

3 Blauwe woorden
Dictee
  1. Schrijf de woorden in je schrift
  2. Controleer de woorden op het bord


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

3 Blauwe woorden
Lees nu de tekst goed door. 
Zet een streep onder woorden die je nog niet kent.

Bespreken woorden 


Nu gaan we vragen beantwoorden over de tekst

Slide 13 - Slide

https://lingua.com/nl/nederlands/lezen/kleren/ 
Welke kleren draagt mijn man als hij niet hoeft te werken?
A
een jas, handschoenen en laarzen
B
dat doet hij als de zon schijnt
C
een t-shirt, sandalen en korte broek
D
dat is op zaterdag en zondag

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat draagt mijn man als hij gaat werken?
A
hij ziet er dan mooi uit
B
een jas en een paraplu
C
een horloge, stropdas en pak
D
hij draagt het liefst korte kleiding

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat draag ik met mijn jurk?
A
ketting
B
laarzen
C
stropdas
D
paraplu

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarom neem je een paraplu mee?
A
als je slim bent
B
als je niet hoeft te werken
C
omdat het regent
D
omdat de zon schijnt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

3 Blauwe woorden:
In groepjes: maak met minimaal 4 woorden een verhaaltje 


Lees het verhaaltje van een ander groepje
Zitten er 4 woorden in?
Is de spelling goed?
Verbeter het verhaaltje 
timer
5:00
timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

3 Blauwe woorden:
Van ieder groepje leest 1 persoon het verhaaltje voor aan de klas

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ik snap alles!
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Lesdoelen: Na deze les ...
  • ken ik meer Nederlandse woorden
  • heb ik geoefend met geen -niet
  • heb ik geoefend met hier - daar
  • heb ik gepland wat ik thuis ga doen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

1 nieuw woord
1 ding dat je geleerd hebt vandaag
1 vraag

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Lesdoelen: Na deze les ...
  • ken ik meer Nederlandse woorden
  • weet ik hoe ik het meervoud kan maken van lange en korte klanken
  • heb ik gepland wat ik thuis ga doen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Sluiting en vooruitblik:
Huiswerk?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Presentie:
Vergeet niet je handtekening op de lijst te zetten!

Slide 26 - Slide

Op Bord:
  • Programma
  • Wachtwerk
Woordle:
Zoek het juiste woord

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions

Beter spellen:
Beantwoord 4 vragen op niveau 1 F

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Link

This item has no instructions

Slide 31 - Link

This item has no instructions

3 Boggle:
  1. Maak zoveel mogelijk woorden binnen de tijd
  2. Maak de woorden zo lang mogelijk



Maak een zo lang mogelijke zin met de gevonden woorden

Slide 32 - Slide

This item has no instructions