5.0 Fabrikanten en arbeiders, GRES



5. Fabrikanten en arbeiders
1 / 21
next
Slide 1: Slide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson



5. Fabrikanten en arbeiders

Slide 1 - Slide

Op de achtergrond een grandcafe in de stad, symbool voor de rijke bourgeoisie. Op de voorgrond een fabriek, symbool voor de industrialisatie. 
Tijd van burgers en stoommachines
1800-1900
Moderne tijd

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten:
  1. De Wetenschappelijke revolutie
  2. De industiële revolutie
  3. Discussies over de 'social kwestie'
  4. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie. 
  5. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
    Liberalisme, nationalisme,socialisme, conffesonalisme  en feminise.

Slide 3 - Slide

Opdracht
De volgende slides gaan over de kenmerkende aspecten.
Bij elk kenmerkend aspect zit een opdracht. 

Slide 4 - Slide

1. De Wetenschappelijke revolutie

Slide 5 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat "Wetenschappelijke revolutie" betekend, gebruik internet (of je boek)

Slide 6 - Open question

2. De industiële revolutie

Slide 7 - Slide

Benoem een langer termijn gevolg van de industriële revolutie die nog steeds voelbaar is (gebruik eventueel internet).

Slide 8 - Open question

3. Discussies over de 'sociale kwestie'

Slide 9 - Slide

Voeg een foto toe die typerend is voor 'de sociale kwestie'

Slide 10 - Open question

4. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie. 

Slide 11 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat 'De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie' betekend.

Slide 12 - Open question

5. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:
Liberalisme
Nationalisme
Socialisme
Conffesonalisme 
Feminise.                               Gebruik bij de meerkeuze vragen internet of je boek.

Slide 13 - Slide

Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?

"Wij streven naar vrijheid."
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Conservatisme

Slide 14 - Quiz

Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?

"Wij komen op voor de rechten van arbeiders."
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Conservatisme

Slide 15 - Quiz

Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?

"Kiesrecht voor mannen én vrouwen."
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Imperialisme
D
Liberalisme

Slide 16 - Quiz

Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?

"De overheid moet zich niet zo veel met de burgers bemoeien."
A
Nationalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Conservatisme

Slide 17 - Quiz

Welke 'isme' hoort bij de onderstaande zin?

"God heeft een ongelijke samenleving gemaakt, daarom hoeft niet iedereen stemrecht te hebben."
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Imperialisme
D
Kapitalisme

Slide 18 - Quiz

Wil je nog ergens uitleg over zo ja over wat?

Slide 19 - Open question

Eerder is aangegeven dat de werkboek opdrachten en LessonUp maken erg veel is.
Daarom werden de WB opdrachten de laatste weken niet gemaakt.
A
Ik ervaar minder werkdruk voor geschiedenis
B
Ik ervaar niet minder werkdruk voor geschiedenis

Slide 20 - Quiz

Door het niet maken van werkboek opdrachten wordt er ook minder geoefend met de stof.
A
Ik mis de oefeningen
B
Ik mis de oefeningen niet

Slide 21 - Quiz