A3d - Periode 3 - Buen Viaje les 4 - GSE (18-02-2022)

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Slide

Info
1. Entregar: La vivienda. Voor in de klas neerleggen.

2. Taaldorp klas 2 op vrijdag 25 feb. 5e uur. Wie kan helpen?


Slide 2 - Slide

Info: Excursión a una isla
1. Je gaat in groepjes een excursie bedenken naar een Spaanstalig eiland. Hoe kun je daar in het Spaans over vertellen? -> p.7 Como describir... 

2. Explicación de la tarea práctica ’La excursión’ (slide 20-28)

3. Grupos + islas (groepsindeling op classroom)

4. Maak komende week een begin met de opdracht



¿AYUDA? Uitleg + voorbeelden op p.40-42

Slide 3 - Slide

Programa de hoy
10m - INFO / DEBERES 
15m - GRAMATICA 
  • verbos p.26-31
  • preposiciones p.22
20m - FRASES CLAVE 1+2
  • hablar p.8-9
  • escribir p.43
15m - LA EXCURSION
5m - REFLEXIÓN, DEBERES

Slide 4 - Slide

Los deberes fueron:
leren:
Buen Viaje p.5 linkerkolom S-N + getallen Paso adelante p.96 + Buen Viaje onregelmatige werkwoorden p.26-27; bestudeer alvast de zinnen van p.7 en 8 i.v.m. de excursie-opdracht

maken:
Buen Viaje: la hora p.19 oef 2 + werkwoorden p. 29 oef 1-2
Maak alvast een begin met de poster voor jullie excursie-opdracht, lees goed de uitleg en voorbeelden in Buen Viaje p.40-42




Slide 5 - Slide

respuestas La hora ej. 2 p. 19
f. 1. Son las nueve (en punto).
e. 2. Son las cuatro y media.
a. 3. Sonlas siete y cuarto.
b. 4. Son las ocho y cuarto.
c. 5. Son las ocho menos cuarto.
h. 6. Son las nueve menos cuarto.
d. 7. Son las doce y veinte.
g. 8. Son las cinco y media.

Slide 6 - Slide

Respuestas verbos p. 29 ejerc. 1-2 
Ejercicio 1.
  1. hago
  2. hace 
  3. voy
  4. tengo, gano
  5. puedo
  6. pueden
  7. pierdo
  8. van, pueden
  9. quieres
  10. ir 
Ejercicio 2. 
  1. quiero
  2. salir
  3. queremos
  4. vamos
  5. tengo
  6. puedo
  7. tenemos, podemos comer
  8. venís

Slide 7 - Slide

15m - GRAMÁTICA: Verbos (2 slides)

  • Estudiar p.26-27 verbos irregulares  (herhaling) 
  • Estudiar p.28 volver + seguir (nieuw)
  • Hacer p.30 ej. 4 + p. 31 ej. 1

Vervoegingen SEGUIR
Wat betekent SEGUIR? Zoek het op op pagina 28 van Buen Viaje.
Vervoeging VOLVER
Wat betekent VOLVER? Zoek het antwoord op in Buen Viaje pagina 28

Slide 8 - Slide

Gramática (2): preposiciones
5 minutos individual 
  • Herhaal Paso adelante p. 97
  • Maak Buen Viaje p.22, oefening 1  

Bij VERVOERMIDDELEN gebruik je ‘en’.
Ejemplo: ’ir en bici’.

Uitzondering:
  • ir a pie
  • ir a caballo


Slide 9 - Slide

HABLAR + ESCRIBIR FRASES CLAVE 1+2 p.8-9 (20m)

  • ESTUDIAR: p.8-9 (sobre la excursión) + p.12 (pedir/dar explicación)
  • ESCRIBIR: p.43-44 conversación 1+2

¿Terminado?
Escribe conversación 3, p.45

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

LA EXCURSIÓN (20m)
En grupo:
Buen Viaje p.40-41: Escribir  los puntos 1 - 4 ( -> Rubrics op pagina 76 ).
Deze onderdelen van de excursie schrijf  je als groepje gezamenlijk.

Individual: 
Bij punt 5 maak je individueel een tekst over één van de excursiedagen, voorbeeld op p.42. 






Slide 12 - Slide

Info
1. Entregar: La vivienda. Voor in de klas neerleggen.

2. Taaldorp klas 2 op vrijdag 25 feb. 5e uur. Wie kan helpen?


Slide 13 - Slide

DIARIO INVULLEN
¿Qué has hecho esta clase?
¿Cómo has trabajado?

Slide 14 - Slide

Evaluación

Slide 15 - Slide

Deberes para la próxima clase
Leren:
- Buen Viaje p. 8-9 + p. 12;
- Buen Viaje p. 28 (werkwoorden SEGUIR + VOLVER)

Maken:
- afmaken punt 1 t/m 4 van de excursie-opdracht + een begin maken met punt 5 (= de individuele dagbeschrijving, zie voorbeeld p.42) 
- afmaken p.22 (voorzetsels), p.29 oef 3, p.30 oef 4, p.31 oef 1 (los verbos del tema 5) 

Slide 16 - Slide