TOETS - Stepping Stones 1bk - Theme 3 Body Talk

Theme 3 Body talk
TOETS

De toets voor Theme 3 maak je via deze LessonUp. 
Op de gele slides staat de uitleg, 
op de blauwe slides staat de opdracht.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Theme 3 Body talk
TOETS

De toets voor Theme 3 maak je via deze LessonUp. 
Op de gele slides staat de uitleg, 
op de blauwe slides staat de opdracht.

Slide 1 - Slide

A. Vocabulary
Op de volgende slides staan 5 Engelse woorden en 12 Nederlandse woorden.
Sleep het juiste Nederlandse woord naar het Engelse woord.
Je houdt in elke slide steeds 7 woorden over die je niet gebruikt.

Slide 2 - Slide

1. body
5. pointy
4. tall
2. proud
3. coat
sportkleding
lichaam
puntig
bijpraten
broek
lang
verwachten
trots
eerste
jas
vreemd
knap

Slide 3 - Drag question

10. catch up
7. trousers
8. expect
6. sportswear
9. first
lichaam
puntig
bijpraten
broek
lang
verwachten
sportkleding
trots
eerste
jas
vreemd
knap

Slide 4 - Drag question

B. Vocabulary
Welk woord hoort op de stippenlijn? 
Sleep het juiste woord naar de juiste zin. 
Je houdt in elke slide steeds 6 woorden over die je niet gebruikt. 

Slide 5 - Slide

1. What will                      if I press this red button?
2. He wears a baseball cap on his                     . 
3. The dentist took my bad                     out. 
4. My jeans are too big, I need a                     .

...
...
...
...
happen
head
belt
adventure park
for example
pointy
tooth
curly
invite
surprise

Slide 6 - Drag question

5. I will                     Tom to my party on Saturday. 
6. I like chocolate,                     Mars bars. 
7. De Efteling is an                     . 
8. Her hair is not straight, it's                     . 
...
...
...
...
happen
head
belt
adventure park
for example
pointy
tooth
curly
invite
surprise

Slide 7 - Drag question

C. Vocabulary
Op de volgende slides zie je een Nederlands woord staan. 
Wat is dat woord in het Engels?
Typ je antwoord.

Slide 8 - Slide

gezicht

Slide 9 - Open question

chips

Slide 10 - Open question

vriendin

Slide 11 - Open question

nacht

Slide 12 - Open question

betalen

Slide 13 - Open question

D. Stones
Op de volgende slides staan zinnen door elkaar gehusseld.
Sleep de losse woorden naar de juiste plek,
zodat er een goeie Engelse zin komt te staan.
Let op of het een vraagzin of een gewone zin is!

Slide 14 - Slide

1
2
3
4
5
I
am
very
tall
not

Slide 15 - Drag question

?
1
2
3
4
5
what
are
his
colour
eyes

Slide 16 - Drag question

1
2
3
4
5
I
have
got
blue
eyes

Slide 17 - Drag question

?
1
2
3
4
5
6
is
your
brother
fond
of
sports

Slide 18 - Drag question

E. Stones
In de volgende slides staat een Nederlandse zin.
Hoe zeg je dat in het Engels?
Typ je antwoord.

Slide 19 - Slide

Zijn jouw vrienden sportief?

Slide 20 - Open question

Mijn moeder heeft een uniform aan.

Slide 21 - Open question

Mijn haar is lang.

Slide 22 - Open question

Zijn jouw vrienden grappig?

Slide 23 - Open question

F. Grammar
In de volgende slides staan gewone zinnen. 
Verander deze zinnen in een vraagzin.
Typ je antwoord.

Voorbeeld: We are sporty.           Are we sporty?

Slide 24 - Slide

Miss Smith is your teacher.

Slide 25 - Open question

They are fond of shopping.

Slide 26 - Open question

She is in her room.

Slide 27 - Open question

G. Grammar
In de volgende slides staan zinnen waar 'a' of 'an' op de stippenlijn moet staan. 
Welke is de juiste?
Klik op het juiste antwoord.

Slide 28 - Slide

We are in ... hotel in London.
A
a
B
an

Slide 29 - Quiz

My brother has got ... exam.
A
a
B
an

Slide 30 - Quiz

Are you going to
buy ... new sweater?
A
a
B
an

Slide 31 - Quiz

There is ... mouse inside the shop.
A
a
B
an

Slide 32 - Quiz

My father eats ... apple every day.
A
a
B
an

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide