This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
Woensdag 30 november
Slide 1 - Slide
Vandaag
Vrijdag formatieve opdracht woordenschat H1 en H2
Huiswerkcontrole woordenschat
Denk aan je leesboek!
Grammatica zinsdelen H2
Ik kan verschillende soorten samentrekkingen herkennen en gebruiken
Slide 2 - Slide
Voorbeeld
De fietsenwinkel verkoopt blauwe fietsen met een zwart zadel of een bruin zadel, rode fietsen met een zwart zadel of bruin zadel, groene fietsen met een zwart zadel of een bruin zadel en gele fietsen met een bruin zadel of een zwart zadel.
Slide 3 - Slide
Dat kan korter...
De fietsenwinkel verkoopt blauw, rode, groene en gele fietsen met een zwart of bruin zadel.
Slide 4 - Slide
Samentrekking
Als een woord, of zinsdeel ergens anders in de zin nog een keer voorkomt, kun je het soms weglaten.
Slide 5 - Slide
Samentrekking
Voorwaarts: gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel van de samentrekking en verderop weggelaten.
Vb: een antieke lamp en een moderne - .
Achterwaarts: gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekkking.
Vb: binnen - en buitenland
Slide 6 - Slide
3 niveaus
Woordniveau: dameskleding en - (dames)schoenen. Op de plaats van het samengetrokken deel komt een streepje.
Woordgroepsniveau: heerlijk eten en (heerlijk) drinken. Er worden een of meer woorden weggelaten.
Zinsniveau: Joris is ingedeeld bij F1 en Floris (is ingedeeld) bij F14. Eén of enkele zinsdelen worden weggelaten.
Slide 7 - Slide
Waar zie je een samentrekking?
A
keukenstoel en keukentafel
B
zon- en feestdagen
C
dure ringen en dure armbanden
D
hoge bergen en lage bergen
Slide 8 - Quiz
In deze klas zitten er slimme en bijzonder slimme leerlingen. Hier is een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 9 - Quiz
Kleine en grote landen
A
Achterwaartse samentrekking
B
Voorwaartse samentrekking
Slide 10 - Quiz
Mijn tante Julia houdt erg van reizen, maar durft niet te vliegen. Hier is sprake van een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 11 - Quiz
Zij zijn verzekerd tegen brand-, water- en stormschade.