unidad 4. En el restaurante deel 2

Unidad 4
En el restaurante 
          deel 2 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Unidad 4
En el restaurante 
          deel 2 

Slide 1 - Slide

Repasamos 

Slide 2 - Slide



  lunes


martes


miércoles


viernes


sábado


domingo


jueves

Slide 3 - Drag question

de sleutel
 de bagage
contant betalen
 de lift
de
achter-
naam
1. el equipaje
2. el ascensor
3. el
apellido
4. pagar
en efectivo

5. la llave

Slide 4 - Drag question

____ un hotel en la plaza.
A
Hay
B
Está
C
Están
D
Es

Slide 5 - Quiz

El hotel Florida ... en el puerto.
A
hay
B
está
C
están
D
es

Slide 6 - Quiz

Vertaal:
De winkels bevinden zich in het centrum van de stad.

Slide 7 - Open question

Je werkt als receptioniste in een Spaans hotel. Een Spaanse gast vraagt of hij kan ontbijten in het hotel.
Wat vraagt hij?
A
¿Puedo cenar en el hotel?
B
¿Puedo desayunar en el hotel?
C
¿Puedo almorzar en el hotel?
D
¿Puedo comer en el hotel?

Slide 8 - Quiz


Noem 3 dingen die je belangrijk vindt in een hotel/hotelkamer

Slide 9 - Mind map

Weet jij de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden? 
Zet de juiste bij elkaar.
comer
bailar
hablar
vivir
cantar
ir
vender
escuchar
escribir
compartir
beber
tocar
schrijven
gaan
dansen
drinken
praten
leven, wonen
luisteren
eten
instrument bespelen, aanraken
delen
zingen
verkopen

Slide 10 - Drag question

Lee el nombre de las tapas.
Mira durante un minuto las tapas.

Slide 11 - Slide

¿Qué tapas recuerdas?
Escribe

Slide 12 - Mind map

carne
verdura
manzana
naranja
huevo
jamón
pescado
queso
pollo

Slide 13 - Drag question

Pregunta

  1. Hoe zeggen we in het Spaans "voorgerecht"?
  2. Je bent een gast, en je wilt het menú hebben, hoe vraag je dit aan de ober?

Slide 14 - Slide

Pregunta
 
  1. Noem nog drie drankjes in het Spaans.
  2. Hoe zeggen wij in het Spaans 'wilt u een nagerecht?' 

Slide 15 - Slide

Pregunta

  1. Hoe zeggen we in het Spaans "tafel voor twee"? 
  2. Hoe zeggen we in het Spaans: 'voor mij...' 

Slide 16 - Slide

Wat betekent 'preferir'
A
Willen
B
Weggaan
C
De voorkeur geven aan
D
Het gerecht

Slide 17 - Quiz

Wat zegt een Spaanse ober wanneer hij de drankjes komt opnemen?
A
¿Para comer?
B
¿Para beber?
C
¿Para pagar?
D
¿Para fumar?

Slide 18 - Quiz

Wat zegt een Spanjaard .....
wanneer hij met een credit card wil betalen
A
¿Usted puede pagar con tarjeta de crédito?
B
¿Puedo pagar con tarjeta de crédito?
C
¿Cómo puedo pagar?
D
¿La cuenta, por favor?

Slide 19 - Quiz

deberes
-Repaso páginas 65 y 66
¿Qué significa..?
-Corregir ejercicio 4.06

Slide 20 - Slide

Repaso vocabulario
1. el refresco
2.el zumo de naranja
3.el agua con gas
4. la caña
5.la botella de agua
6.aquí tiene
7.una mesa libre
8.¿Qué desean tomar?
9.¿y de segundo?
10.¿Quieren beber algo ?
11.ahora mismo
12.Me trae ...
13.Quiero un café con leche
14.claro/vale
15.¿Qué tomas?
16.un poco más de...
17.está muy rico/bueno 

Slide 21 - Slide

Bebidas
Entradas
Plato principal
Postres
Limonada
Ensalada mixta
Café con leche
Vino tinto
Sopa de tomate
Pollo al ajillo
Helado de fresa
Verduras al horno
Copa dama blanca
Pescado a la plancha
Filete de cerdo
Gazpacho andaluz
Bistec con patatas
Tarta de manzana

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Video


Escucha y escribe el plato y la letra correcta (1 - 12). 
¡Escúchame!

Slide 24 - Slide

1. ¿Para
2. De primer plato
3. De segundo plato
4. De postre
5. ¿Qué
6. Agua
vas a tomar?
beber?
por favor. 
quiero un helado.
quiero unas gambas
quiero pollo. 

Slide 25 - Drag question

Vervoeg de werkwoorden
Almorzar (ue)        Preferir (ie)      probar (ue)     querer(ie)
lunchen                 liever hebben    proeven           willen 
                                            

Slide 26 - Slide

Pedir : e->i
Pido
Pides           
Pide
Pedimos
Pedís
Piden

Slide 27 - Slide

En el restaurante, Lee el texto :¿Qué piden ? 
maak een schema : primero/segundo/postre/bebidas

Slide 28 - Slide

Jullie gaan een restaurant openen!

Groepjes van 4
1. Kies een locatie/plaats
2.Vertel iets over de plaats
3.Bedenk een leuke naam
4.Ontwerp een menu: primer plato, segundo plato, postre y bebidas + prijzen
Presenteer jouw restaurant aan de klas

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video