This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefenen met Kenmerkende Aspecten
Slide 1 - Slide
Schrijf minimaal één tip over het maken van het schoolexamen die je uit de uitleg hebt gehaald.
Slide 2 - Open question
Koppel op volgende slide de juiste benamingen aan de juiste tijdvakken.
Slide 3 - Slide
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines
Slide 4 - Drag question
Koppel op volgende slide de juiste afbeeldingen aan de juiste tijdvakken.
Slide 5 - Slide
Steden en Staten
Grieken en Romeinen
Monniken en ridders
Jagers en Boeren
Regenten en vorsten
Ontdekkers en hervormers
Burgers en stoommachines
Pruiken en revoluties
Wereldoorlogen
Televisie en computer
Slide 6 - Drag question
Nu volgt één open vraag over de Kenmerkende Aspecten.
Slide 7 - Slide
Alle tijdvakken hebben een beperkt aantal Kenmerkende Aspecten. Zo bestaat tijdvak 1: "Jagers en boeren" uit 3 kenmerkende aspecten. Welke drie zijn dat? Probeer evt. te beschrijven waar ze over gaan, ook als je niet de exacte definitie kent.
Slide 8 - Open question
Nu volgen een aantal meerkeuzevragen over de kenmerkende aspecten. Er wordt telkens één kenmerkend aspect genoemd, probeer die aan het juiste tijdvak te koppelen.
Het overzicht van de tijdvakken dat je hiernaast ziet, is op elk gewenst moment te voorschijn te halen door op de "hotspot" te drukken:
Deze hotspot kun je ook vergroten en weer wegdrukken indien gewenst.
Slide 9 - Slide
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het begin van de Europese overzeese expansie" ?
A
Tijdvak 4
B
Tijdvak 5
C
Tijdvak 6
D
Tijdvak 7
Slide 10 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8
Slide 11 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8
Slide 12 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid" ?
A
Tijdvak 4
B
Tijdvak 5
C
Tijdvak 6
D
Tijdvak 7
Slide 13 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het streven van vorsten naar absolute macht" ?
A
Tijdvak 4
B
Tijdvak 5
C
Tijdvak 6
D
Tijdvak 7
Slide 14 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De Duitse bezetting van Nederland" ?
A
Tijdvak 7
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 9
D
Tijdvak 10
Slide 15 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De crisis van het wereldkapitalisme" ?
A
Tijdvak 7
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 9
D
Tijdvak 10
Slide 16 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De eenwording van Europa" ?
A
Tijdvak 7
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 9
D
Tijdvak 10
Slide 17 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving" ?