7.1/2 pH en zure oplossingen
7.1 pH
Leerdoelen:.
Je leert over de pH of zuurgraad.
Je leert over het omslagtraject van een zuur-base-indicator.
Je leert hoe je de pH bepaalt.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 16 slides, with text slides.
Items in this lesson
7.1 pH
Leerdoelen:.
Je leert over de pH of zuurgraad.
Je leert over het omslagtraject van een zuur-base-indicator.
Je leert hoe je de pH bepaalt.
Slide 1 - Slide
pH graad:
De pH schaal gaat van 0 naar 14.
Een lage pH is een zure oplossing, een hoge pH is een basische oplossing.
Een pH van 7 is water.
Slide 2 - Slide
pH meten:
Je kan de pH meten op een aantal manieren:
- pH papier.
- Een pH meter.
- Een pH indicator met een omslagtraject. Deze stoffen hebben pH grenswaarden waarbij de kleur verandert.
Slide 3 - Slide
Omslagtraject
Slide 4 - Slide
pH in je lichaam:
Slide 5 - Slide
Leerdoelen 7.1:
Je leert over de pH of zuurgraad.
Je leert over het omslagtraject van een zuur-base-indicator.
Je leert hoe je de pH bepaalt.
Snap je het? Mooi!
maak opdracht 8, 9 en 10.
Slide 6 - Slide
7.2 Zuren en zuren oplossingen
Je leert eigenschappen van zure oplossingen.
Je leert de formule van het oxonium-ion en een aantal zuren.
Je leert over sterke en zwakke zuren.
Je leert de notatie van een zure oplossing.
Slide 7 - Slide
Eigenschappen zure oplossingen
Zuren oplossingen hebben enkele eigenschappen:
- Een pH van onder de 7.
- Ze kleuren rode koolsap rood.
- Ze geleiden stroom.
- Ze reageren met magnesium waarbij waterstof ontstaat.
Slide 8 - Slide
Wat is een zure oplossing?
Ondertussen weten jullie dat maagzuur een zure oplossing is.
Maagzuur bevat H+ en Cl- deeltjes.
Er zijn meer deeltjes die een of meer H+ kunnen afstaan. Het molecuul wat overblijft na het afstaan van de H+ wordt het zuurrest-ion genoemd.
Slide 9 - Slide
Ontstaan oxonium-ion
Bij het oplossen van HCl in water gaan de ionen uit elkaar, je krijgt H+ en Cl-. Deze H+ gaat dan tussen de H2O moleculen zitten. Deze proton wordt aangetrokken door de negatieve kant van het water de O en vorm een oxonium ion. Het zure deeltje.
Slide 10 - Slide
Andere zuren
Deze moet je kennen
Slide 11 - Slide
Sterke en zwakke zuren
Zuren kunnen sterk zijn en zwak. Wat is het verschil?
Een sterk zuur zal altijd alle H+ afstaan die het kan afstaan, ongeacht de oplossing of situatie, er vind een volledige ionisatie plaats.
Een zwak zuur zal alleen een deel van de H+ afstaan. Er vind een gedeeltelijke ionisatie plaats.
Slide 12 - Slide
Ethaanzuur vs Waterstofchloride
Beide kunnen een H+ afstaan, maaaaaar......
1,0 M HCl heeft een veel lagere pH dan 1,0 M Ethaanzuur. Dit is ook in lijn met de observaties als je er stroom doorheen stuurt. De [H3O+] bij HCl is hoger dan bij ethaanzuur.
Na het oplossen volgt het ioniseren van het zuur. Dit zijn 2 stappen waar er mogelijk verschil zit.
Slide 13 - Slide
Sterk vs zwak
HCl:
De reactie aflopend: alle HCl lost op en 1,0M HCl levert 1,0M H3O+ op.
CH3COOH:
Er ontstaat een evenwicht en dus lost splits niet alles af.
Slide 14 - Slide
Notatie zuren
Bij een sterk zuur ioniseert alles en dus is de notatie:
H3O+ (aq) + Z- (aq).
Omdat bij een zwak zuur het deel wat ioniseert zo veel minder is dan het deel wat wel ioniseert is afgesproken om een zwak zuur te noteren als: HZ(aq)
Slide 15 - Slide
Leerdoelen 7.2:
Je leert eigenschappen van zure oplossingen.
Je leert de formule van het oxonium-ion en een aantal zuren.
Je leert over sterke en zwakke zuren.
Je leert de notatie van een zure oplossing.
Ken je dit? Mooi!
Maak:
