§3.1 begrippen les 3
1 / 22
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe noemden de Europeanen Zuid- en Zuidoost-Azië?
Slide 2 - Open question
Wat zijn specerijen?
Slide 3 - Open question
Hoe noem je een handelsbedrijf die handel dreef in Zuid- en Zuidoost-Azië?
Slide 4 - Open question
In 1602 gingen alle Nederlandse handelsbedrijven samen in één grote compagnie. Wat was de naam hiervan?
Slide 5 - Open question
De VOC had het alleenrecht op de handel in Azië. Hoe noemen we dit alleenrecht ook wel?
Slide 6 - Open question
Hoe heet de hoogste bestuurder in Nederlands-Indië?
Slide 7 - Open question
Wat is een plantage?
Slide 8 - Open question
Welk leger veroverde namens Nederland heel Java tussen 1825 en 1830?
Slide 9 - Open question
Dit stelsel leverde Nederland veel geld op, maar Indonesische boeren hadden weinig vrijheid en verdienden er niets aan. Hoe heet dit stelsel?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Modern imperialisme
inheemse
Ethische politiek
Uit het land zelf
Europese landen bouwen grote koloniale rijken op in Afrika en Azië
NL probeerde de Indonesische bevolking welvaart en ontwikkeling te brengen
Slide 19 - Drag question
Deze vorsten mochten aanblijven als ze handel bleven drijven met Nederland en als ze samenwerkten met Nederland. Hoe noemen we deze binnenlandse vorsten, die uit het land zelf komen?
Slide 20 - Open question
Europese landen bouwden grote koloniale rijken op in Afrika en Azië. Hoe noemen we dit?
Slide 21 - Open question
De inheemse bevolking kreeg onderwijs en werd geholpen meer rijst te verbouwen. Ook werden er wegen en havens aangelegd. Welk begrip past hierbij?
