Les 10 Basis Spaans

1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik: ¿hay o está?
1. .... tres supermercados en el centro.
2. María .... al final de la calle El Salvador. 
3.  ¿... una farmacia por aquí? - Sí .... una cerca de aquí.
4. .... muchas tiendas en el centro.
5. La panadería ..... lejos de aquí. 
6. Mi coche ... en la calle Velázquez. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik: ¿hay o está?
¿Hay una farmacia por aquí?   - Sí hay una cerca de aquí.
Hay tres supermercados en el centro.
Hay muchas tiendas en el centro.

La panadería está lejos de aquí. 
María está al final de la calle El Salvador. 
Mi coche está en la calle Velázquez. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uitleg bijvoeglijk naamwoord
Tijdens de les heb ik extra uitleg gegeven over het bijvoeglijk naamwoord (el adjetivo). Voor wie dit gemist heeft of dit wil herhalen, bekijk het volgende filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=E8wN2kJ5Wpg

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

El programa

  • De weg wijzen 

  • El trabajo final 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Izquierda / derecha
Opdracht in tweetallen:
A: trek een kaartje en zoek de bestemming op de kaart. 
A: vertrek vanaf de pijl en zeg hardop of je naar links  (izquierda) of rechts (derecha) gaat.
B: houd bij hoe vaak persoon A links en rechtsaf slaat. Schrijf het getal op. Ken je het getal nog niet in het Spaans? Zoek het dan op en spreek weer hardop uit. 

Slide 6 - Slide

Servicebalie: 3 izquierda, 2 derecha
Lokaal ....
Lokaal ....
 ¿Dónde está la biblioteca? 
Situatie: ik ben een Spaanse toerist en spreek geen Engels of Nederlands. Ik ben op zoek naar de bibliotheek. Kunnen jullie mij helpen?

Opdracht: bekijk samen hoe je naar de bibliotheek komt. Welke basiswoorden heb je nodig? Welke woorden ken je nog niet in het Spaans? Zoek op of vraag de docent (in het Spaans!). 

Uitvoeren: wijs de Spaanse toerist de weg. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De weg wijzen
Voor de volgende opdracht bekijk je eerst nog een keer de vocabulario van de vorige les (slides 19 t/m 22):

https://lessonup.app/h/CAYp7NxJ5fNiyDsft

Ontbreekt er nog informatie die je nodig hebt? Stel je vraag in het Spaans!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aanvullende vocabulaire
la rotonda = de rotonde 
En la rotonda toma la primera/segunda/tercera/cuarta salida
Neem op de rotonde de eerste/tweede/derde/vierde afslag.

la intersección = het kruispunt
Sigue todo recto hasta la intersección. 
Ga rechtdoor tot aan het kruispunt. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aanvullende vocabulaire
- subir =  naar boven gaan/stijgen
sube la escalera (= naar boven lopen)
- bajar = naar beneden gaan/dalen
baja la escalera (= naar beneden lopen)
- la puerta = de deur  
abre la puerta (open de deur)
cierra la puerta (sluit de deur)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Spreekvaardigheid: de weg wijzen
1. Persoon A kiest een locatie op de kaart en vraagt naar de weg.
2. Persoon B omschrijft de weg (noem straatnaam+geef aanwijzingen)
A: Perdone, ¿dónde está la zapatería?
B: - La zapatería está en la calle Rufino Tamayo. Toma la primera calle a la izquierda y después la primera (de eerste)  a la derecha. Entonces (daarna) otra vez (nog een keer) a la izquierda y después a la derecha. La zapatería está en la esquina. 
Je bestemming is het nieuwe startpunt. Wissel steeds van rol. 
Startpunt 
bij de pijl 
timer
10:00

Slide 11 - Slide

groepsopdracht

EL TRABAJO FINAL

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Los deberes
Werk verder aan je eindopdracht!
Inleverdatum = maandag 20 juni

Maak het stencil over bijvoeglijke naamwoorden (als je dit nog niet hebt gedaan) > zie Teams > Bestanden > Opdrachten > bijvoeglijk naamwoord oefeningen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions