Chronologische volgorde:
de gebeurtenissen worden vanaf het begin tot het eind na elkaar verteld, zoals in de werkelijkheid. Bijvoorbeeld: ontbijt, naar school, huiswerk maken, sporten, slapen.
Niet-chronologische volgorde:
de gebeurtenissen worden door elkaar verteld, de volgorde
komt niet overeen met de werkelijkheid.
Bijvoorbeeld: sporten, naar school, slapen, huiswerk maken.