20 January 2025

Today 

1.  RECAP of 's or s'
2. Unit 2 Wales: 2.5 Writing - Opdracht 1,2 ,3 
3. Blooket 

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Today 

1.  RECAP of 's or s'
2. Unit 2 Wales: 2.5 Writing - Opdracht 1,2 ,3 
3. Blooket 

Slide 1 - Slide

English lesson 
Test Monday 27th of January 

Slide 2 - Slide

Als je wilt zeggen dat iemand iets bezit, of dat iets bij iemand hoort, gebruik je: 's of '
1. 's : zet je achter een persoon of dier in het enkelvoud en achternamen 
  • My friend's birthday
  • Charlie's house  
2. ' : zet je achter een meervoud dat eindigt op een -s 
  • My brothers' room 
  • My parents' wedding

Slide 3 - Slide

(Jennifer) dog name is Buddy.
A
Jennifer's
B
Jennifers'

Slide 4 - Quiz

That is my (grandparents) boat.
A
grandparent's
B
grandparents'

Slide 5 - Quiz

My (mom) favourite food is sushi.
A
moms'
B
mom's

Slide 6 - Quiz

Our (boyfriends) love playing football.
A
boyfriend's
B
boyfriends'

Slide 7 - Quiz

Maak een vraag: I walked to school last Monday.
A
Did I walked to school last Monday?
B
Do I walk to school last Monday?
C
Did I walk to school last Monday?
D
Does I walk to school last Monday?

Slide 8 - Quiz

Maak een negatief zin: I played soccer yesterday.
A
I didnt played soccer yesterday
B
I didnt play soccer yesterday
C
I dont played soccer yesterday.
D
I doesnt play soccer yesterday.

Slide 9 - Quiz

We were in the kitchen last week.
Maak een vraag
A
Were we in the kitchen last week?
B
Was we in the kitchen last week?
C
Did we in the kitchen last week?
D
Do we in the kitchen last week?

Slide 10 - Quiz

Zet de zin in de verleden tijd:
I ______(carry) the bag to school.
A
I carryed the bag to school.
B
I carried the bag to school
C
I carries the bag to school

Slide 11 - Quiz

Writing 2.5 Household items

Slide 12 - Slide

broom
bucket 
vaccum
cleaner 
spotless
dirty 
fireplace
housekeeper
gardener

Slide 13 - Drag question

Aan de slag 
Wat: Alright Unit two Wales: 2.5 Writing opdracht 1, 2, 3 
Doen: Voltooi de activiteiten 
Hoelang: Je krijgt 10 minuten
Hulp: Als je een vraag hebt, steek dan je hand op. 
Klaar: Verstrek Jezelf: Past simple gebruiken. Zorg ervoor dat u opdracht 7 en 8 in 2.3 Speaking heeft uitgevooerd.
Resultaat: Je kunt in het Engels de woordenschaat en je bent klaar et activiteiten 1 -3.  GEEN thuiswerk.


Slide 14 - Slide