Qv = gevraagde hoeveelheid Qa = aangeboden hoeveelheid P = prijs Qv = -2P + 220 Qa = 10P - 20 P = 20 Hoeveel producten worden er in het evenwicht verkocht? (vul de P in, in elk van de functies in)
Slide 13 - Open question
Uitwerking
P invullen in de functies geeft:
Qv = -2P + 220
Qv = -2*20 + 220
Qv = -40 + 220
Qv = 180
Qa = 10P - 20
Qa = 10*20 - 20
Qa = 200 - 20
Qa = 180
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Wat is een juridisch gelijke samenlevingsvorm voor het huwelijk?
A
Samenlevingscontract
B
Geregistreerde samenleving
C
Partnerschap contract
D
Geregistreerd partnerschap
Slide 26 - Quiz
Je hebt aan het begin van het jaar € 1.000 op je spaarrekening staan, hoeveel spaargeld heb je na drie (3) jaar als de rente 2% per jaar is?
A
€1.061,20
B
€1.061,21
C
€1.061,22
D
€1.061,23
Slide 27 - Quiz
Uitwerking
€ 1.061,21
1000⋅1,023=
Slide 28 - Slide
Stel je wil over 3 jaar een eindexamen reis doen naar benidorm, je hebt daar precies € 1.500 voor nodig, hoeveel moet je vandaag op je spaarrekening storten als de rente 4,5% is per jaar?
A
€ 1.314,44
B
€ 1.314,42
C
€ 1.314,00
D
€ 1.300,00
Slide 29 - Quiz
Uitwerking
€ 1.314,44
1,04531500=
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Nu je over beide vakken bent geïnformeerd wat denk je dat je gaat kiezen?
economie (eco)
bedrijfseconomie (beco)
beide eco&beco
geen van beide
ik weet het nog niet
Slide 43 - Poll
Slide 44 - Slide
Hartelijk welkom bij
Economie
&
Bedrijfseconomie
Slide 45 - Slide
Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid