les 7

les 7 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

les 7 

Slide 1 - Slide

leerdoelen
12 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.

13 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.

14 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 2 - Slide

bevruchting
een zaadcel eet zijn weg naar binnen bij een eicel. 
er kan maar 1 zaadcel de snelste zijn. nadat de eerste zich in de eicel heeft gewerkt wordt de eicel hard en kunnen andere er niet meer in.

Slide 3 - Slide

bevruchting
in de bevruchte eicel zitten nu 2 celkernen deze smelten samen. vanaf dit moment spreken we van een embryo.

het eitje wordt door trilharen vanuit de de eileider naar de baarmoeder gebracht

Slide 4 - Slide

bevruchting
de embryo komt aan bij de baarmoeder en nestelt zich in in de baarmoederwand. 
in de wand ontstaat na verloop van tijd de placenta.

in de placenta zitten bloedvaten van de baby en de moeder. deze zitten verbonden met de navelstreng.

Slide 5 - Slide

melkklieren
het lichaam wordt tijdens de zwangerschap klaargemaakt voor moederschap.

de melkklieren in de borsten worden groter.

Slide 6 - Slide

baby in de baarmoeder

Slide 7 - Slide

onderzoek
Als een vrouw ongeveer tien weken zwanger is, wordt meestal een echo (echografie) gemaakt.

 Met behulp van geluidsgolven ontstaat een beeld van de foetus in de baarmoeder.

 Aan de hand van deze echo kan de verloskundige bepalen hoelang de vrouw precies zwanger is en wanneer het kind dus ongeveer geboren zal worden.

Slide 8 - Slide

prenataal onderzoek
Tijdens de zwangerschap kan worden onderzocht of de moeder een grotere kans heeft op een kind met een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte. 

Dit noem je prenataal onderzoek (pre = voor, nataal = de geboorte). 
Ook kan het geslacht van de baby worden bepaald. 

Prenatale tests zijn niet verplicht.

Slide 9 - Slide

combinatietest
 De eerste mogelijke prenatale test is de combinatietest deze vindt plaats tussen de negende en de veertiende week van de zwangerschap. 

Met de combinatietest wordt vastgesteld of er een kans is op een kindje met downsyndroom. 

De test bestaat uit een bloedonderzoek bij de moeder en een nekplooimeting bij de foetus.
 De meting van de nekplooi wordt gedaan met een echo. 

Met de resultaten van beide tests wordt berekend of er een verhoogde kans is op een kind met downsyndroom.

Slide 10 - Slide

NIPT
NIPT staat voor niet-invasieve prenatale test. Bij de moeder wordt bloed afgenomen en onderzocht. In het bloed zit een beetje DNA van de placenta. Dit is bijna altijd hetzelfde DNA als dat van het kind. Uit het bloedonderzoek kan blijken dat er een verhoogde kans is op een kind met een erfelijke ziekte. De NIPT is mogelijk na elf weken zwangerschap.

Slide 11 - Slide

echo vervolg
Na ongeveer twintig weken zwangerschap kan nogmaals een echo worden gemaakt.

 Bij deze 20-wekenecho wordt de foetus onderzocht op verschillende aangeboren afwijkingen aan het hart, de hersenen, de organen en de ledematen. 

Ook kan het geslacht van de foetus worden bepaald.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video