Les 13, klas 1 havo

Regels
Begin van de les:
  • Telefoon in de tas.
  • Jas uit.
  • Spullen pakken.
  • Tas op de grond.
  • Hand opsteken = stil zijn.

1 / 9
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 9 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Regels
Begin van de les:
  • Telefoon in de tas.
  • Jas uit.
  • Spullen pakken.
  • Tas op de grond.
  • Hand opsteken = stil zijn.

Slide 1 - Slide

Regels
Tijdens de les:
  • Een tegelijk aan het woord.
  • Tijdens uitleg is de klas stil.
  • Iets vragen? Steek je vinger op.
  • Twee waarschuwingen, derde waarschuwing = strafwerk of naar de gang.
  • Hand opsteken = stil zijn!
  •  Op je plaats blijven zitten.
  • Werkhouding telt mee op je rapport.

Slide 2 - Slide

Gedicht
voordragen

Slide 3 - Slide

Nakijken

Hoofdstuk 2 Grammatica, blz. 60
opdracht 1, 2 en 3



Slide 4 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?
Manier 1
  1. Zoek de persoonsvorm
  2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin
  3. Stel de vraag Wie / Wat + persoonsvorm
  4. Het antwoord op die vraag is het onderwerp
Manier 2
  1. Zoek de persoonsvorm
  2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin
  3. Verander de persoonsvorm van getal: enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud
  4. Het zindsdeel dat mee verandert, is het onderwerp

Slide 5 - Slide

Opdracht 4, blz. 61
  1. Wie van jullie klas wil morgen als eerste het werkstuk presenteren?

  2. Wat wordt vandaag getoetst door de docent?

  3. Welke leerling heeft geoefend met de digitale lesstof?

  4. Wanneer zet de docent de cijfers van het laatste proefwerk in het systeem?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Bijvoeglijk naamwoord
Oefening:
zn = rood

bn = blauw

Het hout kraakt.

De houten deur kraakt.

Slide 8 - Slide

Huiswerk

Hoofdstuk 2 Grammatica, blz. 62
Maken
: opdracht 1, 2 en 3

Hoofdstuk 2 Formuleren, blz 64
Lezen: theorie: verwijzen naar de- en het- woorden



Slide 9 - Slide