This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 35 min
Items in this lesson
In de krant
Slide 1 - Slide
Ik weet wanneer de Internationale Dag van de
Ruimtevaart is.
Ik weet meer over het leven in de ruimte.
Ik weet wie André Kuipers is.
Slide 2 - Slide
Bekijk de tekst, maar lees de tekst nog niet.
Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor tekst? Waar zie je dat aan?
Wat denk je dat de bedoeling van de schrijver is met deze tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Slide 3 - Slide
Wat weet jij al over dit onderwerp?
Slide 4 - Mind map
Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak deze op de vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt?
Formuleer samen een leesvraag.
Slide 5 - Slide
Lees de tekst een keertje door.
Slide 6 - Slide
Woordenschat:
Ruimtevaart, astronauten, ‘in het
zonnetje zetten’, dampkring.
De leerkracht doet het voor.
Slide 7 - Slide
Woordenschat:
zweven, persoonlijke, materiaal,
priefjes.
We doen het samen.
Slide 8 - Slide
Wat hebben we gelezen?
Is er al een antwoord op de leesvraag?
Klopte het idee dat we hadden bij de tekstsoort en het doel van de schrijver?
Zijn er nieuwe vragen ontstaan?
Slide 9 - Slide
Lees zelf verder!
Slide 10 - Slide
Maak je maar klaar...
...voor de quiz!!
Slide 11 - Slide
Wat is een belangrijke eigenschap voor een
astronaut?
A
Zeer sterk zijn
B
Snel kunnen rennen
C
Goed kunnen samenwerken
D
Altijd vrolijk zijn
Slide 12 - Quiz
Wat gebeurt er met je botten in de ruimte?
A
Ze worden brozer
B
Ze blijven hetzelfde
C
Ze worden sterker
D
Ze groeien sneller
Slide 13 - Quiz
Wat gebeurt er met je spieren in de ruimte?
A
Ze worden sterker
B
Ze worden slapper
C
Ze blijven hetzelfde
D
Ze groeien sneller
Slide 14 - Quiz
Wat betekent “gevriesdroogd” eten?
A
Eten dat uit de diepvries komt
B
Eten dat in poedervorm is
C
Eten dat is ingevroren en daarna gedroogd
D
Eten dat uit blik komt
Slide 15 - Quiz
Stel dat je zelf een persoonlijk object mag meenemen in de ruimte, net zoals André zijn fotocamera en boeken meenam. Wat zou je kiezen, en waarom zou je dat meenemen?
Slide 16 - Open question
Wat lijkt jou het leukste en wat het moeilijkste aan
leven in de ruimte?
Slide 17 - Open question
Stel: jij mag André één vraag stellen over zijn
ruimtereis. Wat zou je hem willen vragen?
Slide 18 - Open question
Hoe ging de quiz?
Is er informatie die op een van de beginpagina’s van
het schrift opgeschreven of getekend kan worden?
Hebben we een antwoord op de leesvraag?
Slide 19 - Slide
Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? Schrijf ze op post-its.