Powercollege 3_Basisbehoeften (G)

Powercollege 3 Basisbehoeften
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Powercollege 3 Basisbehoeften

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat basisbehoeften en overige behoeften zijn en welke artikel onder welke categorie valt. 
  • Je weet het verschil tussen een diensten en goederen.
  • Je weet wat consumeren is en wanneer jij een consument bent  

Slide 2 - Slide

Wat zijn producten waar mensen niet zonder kunnen leven?

Slide 3 - Open question

Alle dingen die je nodig hebt om te leven noemen we:
  • Basisbehoeften
  • Bijvoorbeeld: kleren, eten, drinken een woonruimte 
  • Omdat deze producten heel belangrijk zijn betaal je maar 9% belasting over deze producten. 

Slide 4 - Slide

Alle dingen die je graag wilt hebben, maar niet nodig hebt om te overleven noemen we:
  • Overige behoeften
  • Bijvoorbeeld: laptop, mobieltjes, games en vakantie
  • Omdat deze producten niet van levensbelang zijn en je er goed zonder kunt leven betaal je over deze producten 21% belasting

Slide 5 - Slide

Wat is een verschil tussen goederen en diensten?

Slide 6 - Open question

Goederen of diensten
  • Goederen zijn fysieke objecten die je kunt gebruiken en kunt vast pakken.
  • Diensten zijn dingen die mensen voor iemand anders doet.
  • Voorbeelden van diensten zijn: 
  • De tandarts, de kapper of een reisorganisatie

Slide 7 - Slide

Wanneer ben je aan het consumeren?
A
Wanneer je iets koopt wat je wilt gebruiken
B
Wanneer je iets gebruikt wat je wil gebruiken
C
Wanneer je iets verkoopt wat je niet wil gebruiken
D
Wanneer je iets weggeeft wat je niet wil gebruiken

Slide 8 - Quiz

Consumeren
  • Iets kopen , wat je wilt hebben en gaat gebruiken.
  • Je bent consument wanneer goederen of diensten gebruikt die je wilt gebruiken. 

Slide 9 - Slide

Directe en indirecte ruil
Directe ruil:
  • Het ruilen van goederen tegen goederen

Indirecte ruil:
  • Het ruilen van goederen tegen geld 
(of een ander ruilmiddel)

Slide 10 - Slide