*** 1G2 - *ergens in mei? 2024* - trappen van vergelijking

Grammatica 



les 21
dik, dikker, het dikst
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammatica 



les 21
dik, dikker, het dikst

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?

Ik leer de trappen van vergelijking. 


Slide 2 - Slide

Trappen van vergelijking

Slide 3 - Slide

Weet je nog?
+er
+st

Slide 4 - Slide

de trappen van vergelijking 

Slide 5 - Slide

Uitleg
je schrijft woorden in de vergrotende trap met -er
je schrijft woorden in de overtreffende trap met -st

mooi - mooier - mooist
klein - kleiner - kleinst
hoog - hoger - hoogst
jong - jonger - jongst

Slide 6 - Slide

Uitleg
Let op de spelling

groot - groter - het grootst
lief - liever - het liefst
vies - viezer - het viest

Slide 7 - Slide

Uitleg
eindigt het woord op -r? dan gebruik je -der

duur - duurder - duurst
zuur - zuurder - zuurst
ver - verder - verst

Slide 8 - Slide

Uitleg
bij een vergelijking gebruik je vaak het woordje dan.

Ik ben ouder dan mijn zusje. 
jij bent langer dan jouw vriend. 
Deze auto is duurder dan die auto. 

Slide 9 - Slide

Uitleg
onregelmatig zijn:

goed - beter - best
graag - liever - het liefst
veel - meer - het meest
weinig- minder - het minst

Slide 10 - Slide

Weet je nog?
Pim is snel. 
Ahmed is nog sneller.
Sofia is het snelst. 

Voorbeeld
Een kat is mooi.
Een hond is nog ...
Een paard is het ...

Slide 11 - Slide

Uitzonderingen
goed - beter - best
veel - meer - meest
weinig - minder - minst

Slide 12 - Slide

Welk woord is weg?
dun - dunner - ...
A
dun
B
dunner
C
dunst
D
dunnetje

Slide 13 - Quiz

Welk woord is weg?
... - groter - grootst
A
groot
B
groter
C
grootst
D
grotere

Slide 14 - Quiz

Welk woord is weg?
bang - ...-bangst
A
bang
B
banger
C
bangst
D
bangste

Slide 15 - Quiz

Welk woord is weg?
... - kleiner - kleinst
A
klein
B
kleiner
C
kleinst
D
kleinste

Slide 16 - Quiz

Vul in:
De sport auto is het ...
A
mooi
B
mooier
C
mooist

Slide 17 - Quiz

Vul in:
Ik vind jouw broek ...
A
leuk
B
leuker
C
leukst

Slide 18 - Quiz

Vul in:
... - jonger - jongst

Slide 19 - Open question

Vul in:
lelijk - ... - lelijkst

Slide 20 - Open question

Gebruik: 'mooi'
Dit horloge is ... dan jouw horloge.

Slide 21 - Open question

Gebruik: 'stom'
Dit T-shirt is het ...

Slide 22 - Open question

Video
Welke vergelijkingen hoor je?

Schrijf ze op. 

Daarna bespreken we het.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Nu zelf

Maak Disk online opdracht 12 (13.1, 13.2, 13.3)

Klaar?

Ga verder met jouw thema in Disk online.

Slide 25 - Slide