This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Les 2: agenda en plannen
Pak je tijdschema erbij (huiswerk voor vandaag)
Pak je ingevulde tijdschema erbij!
Slide 1 - Slide
Is het gelukt om iedere dag twee uur voor je huiswerk in te plannen?
A
Ja
B
Vaak
C
Bijna niet
D
Nee
Slide 2 - Quiz
Wat heb je geleerd/ ontdekt door het maken van je tijdschema?
Slide 3 - Open question
Een tijdschema
Het lijkt veel moeite, maar je ziet nu waar je rekening mee moet houden bij het plannen van je huiswerk
Het zorgt ervoor dat je niet in tijdnood komt
... en juist genoeg tijd overhoudt voor leuke dingen!
Flexibel omgaan met tijd!
Doordat je zicht hebt op waar je vrije tijd zit, kun je omgaan met onverwachte gebeurtenissen
Je kunt dan een taak van de ene naar de andere dag verplaatsen
Dat kan alleen als je de taak al op tijd inplant en niet tot het allerlaatst bewaart
Slide 4 - Slide
Bespaar ruimte en tijd in je agenda!
Gebruik afkortingen!
Je bespaart een hoop ruimte (overzicht)
... en tijd
Tips
Kort vakken af op dezelfde manier zoals ze in Magister staan (wi, fa, ak)
Andere afkortingen: p. (pagina), WB (werkboek)
Nog meer handige afkortingen?
Past niet alles in je agenda?
Schrijf dan bijvoorbeeld verder in je schrift van het betreffende vak.
Slide 5 - Slide
Huiswerk
Houd vijf lesdagen bij hoe lang je bezig bent per vak, per dag met je huiswerk en leerwerk
Dat mag in een schema, met potlood in je agenda bij het huiswerk etc.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Grapjes kunnen een hoop plezier geven.
Maar soms wordt er in een klas (of online) gelachen om grappen die voor een of meer leerlingen helemaal niet leuk zijn. De grappen doen hen pijn. Of die grappen nou gemeen bedoeld zijn of niet.
Dat de grappen hen pijn doen, merk je vaak niet aan deze kinderen.
Want als de hele klas hard aan het lachen is, hoe maak je dan duidelijk dat het voor jou niet leuk is?
Slide 9 - Slide
Hoe zou je kunnen merken dat de ander jouw grapje niet zo leuk vindt?
Slide 10 - Open question
Kan een grapje ook gemeen zijn? Waarom wel of waarom niet?
Slide 11 - Open question
Heeft iemand wel eens een grapje over je gemaakt dat je niet leuk vond?