Paragraaf 2.3 - De stad uit

Herhaling: Wat is een voorziening?
1 / 19
next
Slide 1: Mind map
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling: Wat is een voorziening?

Slide 1 - Mind map

Wat is agglomeratie?
A
Het vastgroeien van steden en dorpen
B
Het uit elkaar duwen van steden en dorpen
C
Het herinrichten van een stad
D
Het verdwijnen van voorzieningen in een gebied

Slide 2 - Quiz

Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen
B
Mensen verhuizen
C
Mensen verhuizen naar de steden
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning

Slide 3 - Quiz

Suburbanisatie is...
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Je kunt vertrekredenen en vestigingsredenen noemen die te maken hebben met urbanisatie en suburbanisatie.

Je kunt uitleggen hoe mobiliteit en welvaart urbanisatie en suburbanisatie beïnvloeden. 

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een groeikern en een Vinex wijk. 
Je kunt uitleggen waarom bereikbaarheid voor een stad belangrijk is.

Slide 6 - Slide

Begrippen
Bereikbaarheid
Forens
Groeikern
Mobiliteit
Recreatie
Vertrekreden
Vestegingsreden
Vinex-wijk

Slide 7 - Slide

Aantekening
Vertrekreden: een reden waarom iemand uit een plaats/gebied verhuist. 

Vestigingsreden: Een reden waarom iemand naar een plaats toe verhuist. 

Slide 8 - Slide

Noem een vertrekreden om naar het platteland verhuizen?

Slide 9 - Mind map

Noem een vestigingsreden om naar het platteland te verhuizen?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Even kijken op google maps
Een ander voorbeeld van rijke mensen die uit de stad zijn verhuisd is Wassenaar. 
Zie jij de villa's? 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Map

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Wat is een FORENS?
A
Iemand die veel in de file staat.
B
Iemand die ver moet reizen voor zijn werk.
C
Iemand die buiten de stad woont.
D
Iemand die in de stad woont.

Slide 18 - Quiz

Opdrachten maken
Leerboek: blz. 28 + 29
Werkboek: 32 - 35
Opdrachten: 1 - 2 - 3 - 5 -7 - 8 (d niet) - 10

Extra (havo) opdrachten: 4 - 9

Atlas: -

Slide 19 - Slide