§1.1 & §1.2 Kopen is kiezen + Consumeren met en zonder geld

Welkom bij Economie!


Welkom
bij
economie



1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Economie!


Welkom
bij
economie



Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les kan ik uitleggen waarom je als consument keuzes moet maken.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen dat je als consument verschillende behoeften hebt.

Aan het einde van de les kan ik voorbeelden geven van verschillende behoeften.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen dat je kunt consumeren met geld.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen dat je kunt consumeren zonder geld.

Slide 2 - Slide

Behoeften
  • Je hebt iets nodig
  • Je wil iets hebben

  • Ik wil een iPhone 13 of nieuwe games 


Slide 3 - Slide

Behoeften
Primaire behoeften (basis)

Goederen die je nodig hebt om in leven te blijven
Secundaire behoeften

Goederen die je NIET nodig hebt om in leven te blijven

Slide 4 - Slide

Het hebben van een fiets is een ...
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte

Slide 5 - Quiz

Wat is een primaire behoefte?
A
kleding
B
laptop
C
nieuwe iphone
D
vakantie

Slide 6 - Quiz

Uit eten gaan is een?
A
Basis behoefte
B
Luxe behoefte

Slide 7 - Quiz

Een lek in je dak repareren is een?
A
Basis behoefte
B
Luxe behoefte

Slide 8 - Quiz

Consumeren
= Je behoeften bevredigen
  • Je koopt een goed
  • Je gebruikt een dienst

  • Wat is nodig voor jouw behoefte?

Slide 9 - Slide



Goederen

Tastbare producten waarmee je je behoeften kunt voorzien


Diensten

Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet
PS5, Schaar...
Knippen van iemands haar (kapper)

Slide 10 - Slide

Je gaat naar de schoonheidsspecialist is hier sprake van een goed of dienst?
A
Goed
B
Dienst

Slide 11 - Quiz

Schaarste
Producten zijn schaars
  • Waar tijd en geld aan zijn besteed

Daarom moet je keuzes maken = prioriteiten stellen

Voorbeeld: Schoon drinkwater


Slide 12 - Slide

Schaarse vs. vrije goederen
Schaarse goederen --> Productiefactoren voor nodig, daar moet je voor betalen
Vrije goederen -->
Dit komt 'vanzelf'
zon, licht, zeewater, lucht

Schaarste dwingt tot maken van keuzes

Slide 13 - Slide

Gebruiksgoederen
gaan langere tijd mee, zoals een laptop
Verbruiksgoederen
raken op, zoals voedsel of shampoo

Slide 14 - Slide

1.2 consumeren met en zonder geld
  • Consumeren = in je behoeften te voorzien door iets te kopen. Die persoon noem je een consument.

Slide 15 - Slide

In je behoeften voorzien
Zelfvoorziening --> zelf producten maken
Consument --> Je koopt goederen en diensten

Slide 16 - Slide

Collectieve voorziening
  • worden geleverd door de overheid , voor iedereen
  • Belasting gedeeltelijk of geheel betaald
  • Bijdrage betalen om gebruik van te maken; OV, onderwijs.

  • Voorbeelden?

Slide 17 - Slide

Collectieve goederen
Voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen maken en die worden geleverd en betaald door de overheid.

Slide 18 - Slide

wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 19 - Slide

Verschil Welvaart en Welzijn

  • Welvaart = de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien

  • Welzijn = de mate waarin je je gelukkig voelt

Slide 20 - Slide

Bedragen omrekenen
Kwartaal
Jaar
Week
Maand
Dag
x 4
x 12
x 52
x 365

Slide 21 - Slide

Toepassingsopdrachten
H1.1 -> 6 & 7
H1.2 -> 5 & 9

10 minuten de tijd!

Slide 22 - Slide

Bespreken opdrachten

Slide 23 - Slide

Leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les kan ik uitleggen waarom je als consument keuzes moet maken.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen dat je als consument verschillende behoeften hebt.

Aan het einde van de les kan ik voorbeelden geven van verschillende behoeften.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen dat je kunt consumeren met geld.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen dat je kunt consumeren zonder geld.

Slide 24 - Slide