4H - Chapitre 2 - Leçon 5

Programme d'aujourd'hui 

  • Activité 1: Parler - Les fêtes nationales françaises 
  • Activité 2 : Écrire - Écrire un mail informel. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Programme d'aujourd'hui 

  • Activité 1: Parler - Les fêtes nationales françaises 
  • Activité 2 : Écrire - Écrire un mail informel. 

Slide 1 - Slide

Les objectifs

  • Kan korte, eenvoudige beschrijvingen geven van gebeurtenissen en activiteit.
  • Kan een eenvoudig persoonlijk briefje schrijven via post, e-mail od via andere sociale media

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen en bijwoord en een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Mind map

JP a sportivement marché jusqu'au terrain de foot.
Finalement, j'ai eu de bons résultats au test. 
Vous avez horriblement bien joué
Karine est trop sportive
Sofyane est parfois irritant
Arthur a gentiment demandé la réponse

Slide 4 - Drag question

Wat is het bijwoord van "courant"
A
couramment
B
courantement
C
courantment
D
courament

Slide 5 - Quiz

Première Activité

Slide 6 - Slide

Activité - Parler
Vous allez travailler à 2. 
Préparez votre dialogue pendant 30 minutes
Regarder dans "Naslag" ou dans voca A  pour les phrases.
Attention écris des mots clès et non pas des phrases complètes.
timer
30:00

Slide 7 - Slide

Les groupes
Gijs + Bo
Joep + Isa
Sara + Tess
Feline + Roos
Maud + Estelle
Eva + Max
 Kjeld + Wout


Slide 8 - Slide

Deuxième Activité

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Écrire un email informel
Is dit een formeel of een informeel briefje? 
Hoe zie je dat?

Slide 12 - Slide

Écrire un email informel
Welke elementen moeten we veranderen om dit briefje informeel te maken? 

Schrijf deze brief opnieuw op een informele manier. (8 minutes)
timer
8:00

Slide 13 - Slide

Au travail
Étape 1: Souligne toutes les questions dans l'email
Étape 2: Je hebt de bovenstaande email van Naema ontvangen en je schrijft haar een antwoord van ongeveer 80 woorden waarin je al haar vragen beantwoord. Gebruik 1 bijwoord. Schrijf jouw bericht op papier en lever jouw opdracht in aan het eind van de les.

Slide 14 - Slide

L'évaluation 
Als je klaar bent met jouw tekst, laat jouw klas genoten jouw tekst beoordelen. 

Slide 15 - Slide