Thema 1 Familie en vrienden H2 Spelling en grammatica les 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Nederlands 

Thema 1

Herhaling

Over deze les doe je waarschijnlijk langer dan 1 lesuur. Leerlingen vinden dit een lastig onderwerp. Het zou best kunnen dat je over dit onderwerp 3 lessen doet (inclusief studiemeter)

Doel

Aan het einde van deze les:

...weet ik wat leestekens zijn.

...weet ik wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.

...weet ik wanneer ik welke leestekens moet gebruiken.

...weet ik waarom ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

 

Theorie

Een zin begint met een hoofdletter​

Een zin eindigt met een leesteken: een punt, uitroepteken of vraagteken

Ik ga elk jaar met mijn vrienden op vakantie. ​

Heb jij respect voor alle leerlingen in de klas?​​

LEESTEKENS

Een brief of e-mail is beter te lezen en te begrijpen als duidelijk is waar een zin begint of eindigt. Het begin van de zin geef je aan met een HOOFDLETTER. Het einde van de zin geef je aan met een PUNT.

Niet achter elke zin staat een punt. Soms staat er aan het einde van een zin een vraagteken of een uitroepteken. 

Punten, vraagtekens en uitroeptekens noem je LEESTEKENS.

Even testen...

Hoe goed kennen jullie de hoofdletters en leestekens?

Op de volgende dia's volgen oefeningen

Welk leesteken past het beste?

Heb jij gekke gewoontes

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken past het beste?

Stop daar mee

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken past het beste?

Ik heb contact met haar

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken past het beste?

Heb jij ook een relatie

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken past het beste?

De kennis kwam bij ons op bezoek

1. .
2. ?
3. !

Welk antwoord is goed geschreven?

1. eindhoven
2. Eindhoven

Welk antwoord is goed geschreven?

1. amber jansen
2. Amber jansen
3. Amber Jansen

Welk antwoord is goed geschreven?

1. nederland
2. Nederland

Welk antwoord is goed geschreven?

1. ik ga naar turkije
2. Ik ga naar turkije.
3. Ik ga naar Turkije
4. Ik ga naar Turkije.

Welk antwoord is goed geschreven?

1. ik heb contact met amy
2. Ik heb contact met amy.
3. Ik heb contact met Amy.
4. ik heb contact met Amy

Werkwoordspelling 

Verleden Tijd