Politieke besluitvorming MSK

Wat moet je kennen en kunnen?
1 / 42
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat moet je kennen en kunnen?

Slide 1 - Slide

Begrippenlijst + samenvatting:
Hoofdstuk 1: p.14 (begrippenlijst) + p. 15 (samenvatting)
Hoofdstuk 2: p.26 (begrippenlijst) + p. 27 (samenvatting)
Hoofdstuk 3: p.40 (begrippenlijst) + p. 41 (samenvatting)
Hoofdstuk 4: p.50 (begrippenlijst) + p. 51 (samenvatting)
Hoofdstuk 5: p.62 (begrippenlijst) + p. 63 (samenvatting)
Hoofdstuk 6: p.72 (begrippenlijst) + p. 73 (samenvatting)
Hoofdstuk 7: p.84 (begrippenlijst) + p. 85 (samenvatting)
Hoofdstuk 8: p.96 (begrippenlijst) + p. 97 (samenvatting)
Hoofdstuk 9: p.110 (begrippenlijst) + p. 111 (samenvatting)
Hoofdstuk 10: p.120 (begrippenlijst) + p. 121 (samenvatting)

Slide 2 - Slide

Maken uit examenbundel p. 33-41:
Hoofdstuk 1: opgave 7, 8, 9, 10 
Hoofdstuk 2: opgave 1, 2, 3, 4, 5 
Hoofdstuk 3: opgave 16, 17, 27, 28  
Hoofdstuk 4: opgave 18 /m 22 
Hoofdstuk 5: opgave 6, 30 t/m 33
Hoofdstuk 6: opgave 34 t/m 38
Hoofdstuk 7: opgave 23 t/m 29
Hoofdstuk 8: opgave 39 t/m 47
Hoofdstuk 9 en 10: opgave 48 t/m 59

Slide 3 - Slide

Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
Alle rechten en plicht van de burgers zijn vastgelegd.
B
Alle wetten staan in de grondwet.
C
De regering mag een uitzondering maken uit de grondwet.
D
Trias Politica.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

De regering hoort bij de ...
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 6 - Quiz

De rechters kunnen in een democratie worden beinvloed door de regering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Geef twee voorbeelden van grondrechten in Nederland.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

wat wordt er gezegd over democratie
wat heb je onthouden

Slide 10 - Mind map

Wat is het voordeel van deze drie gescheiden machten?
A
rechters kunnen geen voor de staat nadelige uitspraken doen
B
de macht van deze drie machten is gespreid
C
drie machten kunnen elkaar controleren en verbeteren
D
regering heeft geen meerderheid van de parlement nodig om te regeren

Slide 11 - Quiz

Waarom mag een rechter zich niet kandidaat stellen voor de Tweede Kamer?

Slide 12 - Open question

Waarom gaat een minister niet op vragen over de zaken die nog onder de rechter zijn?

Slide 13 - Open question

Geef twee kenmerken die bij een dictatuur passen.

Slide 14 - Open question

Wat zijn de vier kenmerken van een maatschappelijk probleem?

Slide 15 - Mind map

Geef een voorbeeld van een maatschappelijk probleem

Slide 16 - Open question

Welke politieke partijen vormen nu de regering/ coalitie?
A
VVD, PVV, Forum voor Democratie
B
VVD, CDA, D66 en ChristenUnie
C
PvdA, GroenLinks, VVD
D
CDA, PvdA, D66

Slide 17 - Quiz

Welke partij zit in de oppositie?
A
CDA
B
VVD
C
Forum voor Democratie
D
D66

Slide 18 - Quiz

Een algemeen belang is

Slide 19 - Open question

Een referendum is...

Slide 20 - Open question

In Nederland hebben wij vrije en geheime verkiezingen. Wat is dat?

Slide 21 - Open question

Actief kiesrecht is... en Passief kiesrecht is...

Slide 22 - Open question

We kennen verschillende soorten politieke partijen: links, rechts en midden. Wat is een belangrijk voor de verschillende partijen?

Slide 23 - Open question

Noem de 3 politieke stromingen met een kenmerk

Slide 24 - Open question

Het kabinet bestaat uit....

Slide 25 - Open question

In de regering zitten...

Slide 26 - Open question

In het regeerakkoord staat...

Slide 27 - Open question

In de Miljoenennota staat...

Slide 28 - Open question

Geef bij ieder recht aan of deze bij de (mede)wetgevende taak of controlerende taak hoort.
(Mede)wetgevende taak
Controlerende taak
Vragenrecht
Budgetrecht
Stemrecht
Recht van motie
Recht van enquête
Recht van amendement
Recht van interpellatie
Recht van initiatief

Slide 29 - Drag question

Wat is het verschil tussen een coalitie partij en een oppositie partij?

Slide 30 - Open question

Een parlementaire democratie is..

Slide 31 - Open question

de Trias Politica is...

Slide 32 - Open question

B en W zijn...

Slide 33 - Open question

De Provincie regelt...

Slide 34 - Open question

Van welke partij is de minister-president altijd lid?
A
een linkse partij
B
een middenpartij
C
een oppositiepartij
D
een coalitiepartij

Slide 35 - Quiz

Hoeveel Kamerleden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
100
C
150
D
175

Slide 36 - Quiz

Waaruit bestaat het parlement?
A
regering en het kabinet
B
de Eerste Kamer en de koning
C
de Eerste en Tweede Kamer
D
de ministers en staatssecretarissen

Slide 37 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. De Tweede Kamer bestaat uit de leden van de oppositiepartijen.
2. De regering bestaat uit de ministers van de coalitiepartijen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 38 - Quiz

zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Eerst stemt de Tweede Kamer over een wetsvoorstel en daarna de Eerste Kamer.

2. De leden van de Tweede Kamer voeren de wetten uit.
A
1 is onjuist, 2 is juist.
B
1 is juist, 2 is onjuist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 39 - Quiz

De Kamerleden keuren een wetsvoorstel van een minister goed. Van welk recht maken de Kamerleden gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Vragenrecht
C
Recht van initiatief
D
Stemrecht

Slide 40 - Quiz

Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Recht van amendement
C
Motierecht
D
Vragenrecht

Slide 41 - Quiz

Welke twee taken heeft het parlement?
1. Stemmen over wetsvoorstellen.
2. Ministers controleren.
3. Ministers en staatssecretarissen kiezen.
4. Wetten uitvoeren.
A
1 & 2
B
1 & 3
C
2 & 3
D
3 & 4

Slide 42 - Quiz