MC4FA3 Chap. 1 - les 4 - 120923

Salut MC4FA3!
Le 12 septembre, 2023
BIENVENUE

- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon op still en in de telefoonbak


1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Salut MC4FA3!
Le 12 septembre, 2023
BIENVENUE

- svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon op still en in de telefoonbak


Slide 1 - Slide

Le but (het doel van deze les)
- weet ik hoe ik de Franse zelfstandig naamwoorden moet gebruiken.
- weet ik hoe ik de persoonlijke voornmaamwoorden moet gebruiken. 
- weet ik hoe ik de présent moet gebruiken.  
- ken ik weer wat meer signaalwoorden 
- heb ik geoefend met lezen 
- heb ik geoefend met spreken

Slide 2 - Slide

Le program
  1. Bonjour, comment ça va? (5 min,)
  2. Qu'est-ce que tu te rappelles? (5 min.)
  3. Corriger les devoirs (15 min,) 
  4. Signaalwoorden (10 min.) 
  5. On parle un peu (5 min.) 
  6. Herhaling grammatica en oefenen (15 min.)
  7. Instructie leesvaardigheid (5 min.)
  8. Les devoirs et au travail (15 min.) 
  9. Afsluiting en Au revoir! (5 min.)

Slide 3 - Slide

Corriger les devoirs
Ouvrez le livre à la page 40. 
On corrige ex. 3a, 3b, 3c et 3d. 
- Inleveren schrijfopdracht

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
- On joue et on revise 
- Les nouveaux mots 
   "relativering en tegenstelling". 

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden
- à la fin
- ten eerste 
- bovendien
- de même 
- en dernier lieu

Slide 6 - Slide

On parle un peu

Slide 7 - Slide

Le présent
- Wat is de présent ook alweer en wat geeft dat aan? 
Hoe zeg je:
- hoe zeg je geven in het Frans?
- ik geef 
- wij geven 
- hoe zeg je beëindigen in het Frans?
Hoe zeg je: 
- jullie beëindigen 
zij (mnl,) beëindigen 

Slide 8 - Slide

Gebruik zelfstandig naamwoorden
- Waarom is het lidwoord belangrijk in het Frans?
Hoe zeg je dan:
- de jongen 
- het meisje 
- het huis 
- het boek 

Slide 9 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Regarde le PowerPoint



Slide 10 - Slide

On pratique 
- Tu manges la pomme?
Oui ........................
- Tu as mangé la pomme?
Oui .........................................
- Tu vas manger la pomme?
Oui. ..............................................






Slide 11 - Slide

Lire 
- Hoe zoek je ook alweer in het woordenboek?
- Instructie wel/niet vragen. 

Slide 12 - Slide

Les macarons 
- Je hoeft niet alles te verstaan maar schrijf zoveel mogelijk woorden op die te maken hebben met het maken van macarons. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Lire 
Ouvrez le livre à la page 130. 

Regardez le texte 1 sur les macarons et faites 
les questions 6 & 7 

Slide 15 - Slide

Les devoirs (het huiswerk) 
- Faire: maak de texte sur les macarons af, 
  maak vraag 6 en 7 (page 136-137)
- Apprendre: signaalwoorden relativering en tegenstelling 
(par ailleurs tot en met toutefois (F-N en N-F) 
De werkwoorden "vendre" en "avoir" in de 4 tijden. 

Slide 16 - Slide

Au travail!
- Faire: maak de texte sur les macarons af,
  maak vraag 6 en 7
- Apprendre: signaalwoorden relativering en tegenstelling
(par ailleurs tot en met toutefois (F-N en N-F)
De werkwoorden "vendre" en "avoir" in de 4 tijden. 

Slide 17 - Slide

                                     Au revoir! 
                                                                        Qu'est-ce                                                                                                                  que tu as appris aujourd'hui?  
 
                                                                                                         

À plus!                                                                 

Slide 18 - Slide