- Ik kan de belangrijkste gebeurtenissen van de Frans revolutie benoemen.
- Ik ken de 3 standen die er toen in Frankrijk waren.
- Ik weet dat de Franse revolutie een opstand was van het volk tegen de koning.
- Ik kan volgende zaken uitleggen: guillotine, bestorming van de Bastille, genocide, schrikbewind, radicalen.
- Ik kan het verschil uitleggen tussen een republiek en een monarchie.
- Ik weet dat de start van de Franse revolutie (14 juli 1789 of quatorze juillet) een feestdag is voor de Fransen omdat ze dit als iets positief beschouwen.
- Ik weet wie Maximilien De Robespierre, Napoleon Bonaparte en de zusters van Compiègne zijn.