DISK ruzie taak 1 + woordenschat dag 1

Welkom in klas 1O!
Welkom in klas 1O!!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom in klas 1O!
Welkom in klas 1O!!

Slide 1 - Slide

Wie ben ik?

Slide 2 - Slide

Wie zijn jullie?
Wat is je naam?
Hoe oud ben je?
Waar kom je vandaan?
Waar woon je?


Slide 3 - Slide

Wie ben jij?
Vertel iets over jouw familie. 
Wat zijn jouw hobby's?
Wat is jouw favoriete muziek?
Welke sporten vind je wel en niet leuk?
Wat is jouw favoriete film? Waar gaat de film over?
Welk eten vind jij lekker?

Slide 4 - Slide

Thema Ruzie 
Taak 1 en woordenschat les 1
DISK thema 7
Leg nu op tafel:

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Wat ga je in dit thema doen?
  • Woordenschat les 1
  • Taak 1 maken

Slide 6 - Slide

Type hier een titel
Wat ga je in dit thema leren?
  • Je leest en schrijft een tekst over ruzie of een probleem; je praat over oplossingen.
  • Je leest over een ruzie goedmaken en je oefent daarmee.
  • Je praat over pesten en roddelen, je leest en bedenkt adviezen; je schrijft een e-email.
  • Je leest en schrijft reacties op pesten; je bespreekt ze samen.

Slide 7 - Slide

Aan het einde van deze les:

- Kun je de woorden van woordenschat les 1 vertalen in je eigen taal en er een Nederlandse zin mee schrijven.
- Kun je reacties schrijven op vier verschillende situaties
- Kun je een korte tekst schrijven over ruzie.
Doelen
  • Nieuwe woorden ->

Slide 8 - Slide

Type hier een titel
Woorden groep roze
We doen eerst de woorden van groep roze.
Groep groen kan beginnen aan de woordenlijst.

Schrijf voor elk woord de woordendriehoek in je schrift.
In je schrift:
De reactie: praten, antwoord, gevoel.

Slide 9 - Slide

Type hier een titel
De reactie

  • Zijn reactie op de ruzie was heel rustig.
praten
De reactie
gevoel
antwoord

Slide 10 - Slide

Type hier een titel
Roepen
  • Ik roep de naam van mijn vriend.
Luid
Roepen
Zeggen
Schreeuwen

Slide 11 - Slide

Type hier een titel
Voelen
  • Ik voel
  • jij/hij/zij voelt 
  • wij voelen

  • Ik voel mij verdrietig na een ruzie.

pijn
Voelen
blij
Emoties

Slide 12 - Slide

Type hier een titel
Hard
  • Hij slaat hard tegen de bal.
Snel
Hard
veel
sterk

Slide 13 - Slide

Type hier een titel
Tijdens
  • Tijdens de pauze kregen ze ruzie.
Tegelijk
Tijdens
Tijd
Nu

Slide 14 - Slide

Type hier een titel
Het gevolg
  • Het gevolg van de ruzie was een straf.
Daarna
Het gevolg
Probleem
Daarom

Slide 15 - Slide

Type hier een titel
Woorden groep groen
Nu doen we de woorden van groep groen.
Groep roze kan beginnen aan de woordenlijst.

Schrijf voor elk woord de woordendriehoek in je schrift.
In je schrift:
De reactie: praten, antwoord, gevoel.

Slide 16 - Slide

Type hier een titel
Aflopen
  • De toets zal over vijf minuten aflopen.
Klaar
Aflopen
Einde
Stoppen

Slide 17 - Slide

Type hier een titel
Eruit
  • Tim begon verdrietig te huilen en alle emoties kwamen eruit.
Weg
Eruit
Verdwijnen
Naar buiten

Slide 18 - Slide

Type hier een titel
Oplossen
  •  Samen met de meester kon Tim het probleem oplossen.
Goed maken
Oplossen
Oplossen
Helpen

Slide 19 - Slide

Type hier een titel
De schuld
  • De ruzie was Tim zijn schuld.
Fout
Schuld
Straf
Probleem

Slide 20 - Slide

Type hier een titel
Vanzelf
  • Het komt vanzelf goed als je blijft oefenen.
Automatisch
Vanzelf
Makkelijk
Geen hulp

Slide 21 - Slide

Wat is roddelen?
A
Je praat niet aardig over iemand anders.
B
Je praat aardig over iemand anders.
C
Je praat over jezelf.

Slide 22 - Quiz

Iemand heeft jouw mooiste trui geleend? Hij geeft hem terug met een groot gat.
010

Slide 23 - Poll

Iemand praat in de klas tegen je, jij zegt: shhh, maar de docent stuurt jou eruit.
010

Slide 24 - Poll

Je wacht bij de kassa van de Lidl om iets te kopen en iemand kruipt voor, wat doe je?
ik zeg niets
ik zeg iets, maar wel vriendelijk
ik kijk boos
ik word boos
ik weet het niet

Slide 25 - Poll

Je loopt de trap op en iemand duwt je, wat doe je?
ik zeg niets
ik zeg iets, maar wel vriendelijk
ik kijk boos
ik word boos
ik weet het niet

Slide 26 - Poll

Thema 7: ruzie
Wat ga je in dit thema doen?
  • Je leest en schrijft een tekst over ruzie of een probleem; je praat over oplossingen.
  • Je leest over een ruzie goedmaken en je oefent daarmee.
  • Je praat over pesten en roddelen, je leest en bedenkt adviezen; je schrijft een e-email.
  • Je leest en schrijft reacties op pesten; je bespreekt ze samen.

Slide 27 - Slide

Groep 2 - Taak 1 thema 7

Slide 28 - Slide

Thema 7: Ruzie
Waar heb jij wel eens ruzie over gehad?

Slide 29 - Slide

Opdracht 1 :
Lees het verhaal van Carl. Het verhaal heeft geen einde.

Slide 30 - Slide

Opdracht 2 :
Wat denken jullie: hoe gaat het verhaal van Carl verder?
Overleg eerst samen en schrijf het dan op.
Bedenk:

  • Wat zei Yuri?
  • Wat deed hij?
  • En wat zei Carl toen?
  • En wat deed Carl toen?

Slide 31 - Slide

Opdracht 3 :
Lees de situaties.
Wat kan je doen in deze situaties? Wat kan je zeggen?
Schrijf je reactie op.

Slide 32 - Slide

Opdracht 4a :
Schrijven over een ruzie of een probleem.
Schrijf over een ruzie of een probleem.
Geef antwoord op deze vragen:
  • Met wie had je ruzie of een probleem?
  • Wanneer was het?
  • Waar ging het over?
  • Wat gebeurde er allemaal?
  • Hoe eindigde de ruzie of het probleem?

Maak deze opdracht in je schrijfschrift.
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Opdracht 4b :
Schrijven over een ruzie of een probleem.
1. Met mijn beste vriend Ali.
2. Vorige week woensdag.
3. Over een voetbalwedstrijd. Hij zei dat ik vals speelde, maar dat was niet waar.
4. We schreeuwden tegen elkaar. Onze vrienden kwamen erbij. De juf kwam en vroeg wat er was.
5. We zeiden sorry en gaven een hand. Nu zijn we weer vrienden.
Vorige week woensdag had ik ruzie met mijn beste vriend Ali. We speelden voetbal op het schoolplein. Ali zei dat ik vals speelde, maar dat was niet waar. Ik werd boos en hij ook. We schreeuwden tegen elkaar. Onze vrienden kwamen erbij en keken naar ons.
Toen kwam de juf. Ze vroeg wat er gebeurde. We moesten vertellen waarom we ruzie hadden. De juf zei dat we rustig moesten blijven. Daarna zeiden we sorry tegen elkaar en gaven we een hand. Nu zijn we weer vrienden.
Klaar? Lever je schrijfschrift bij mij in en maak de bouwstenen in DISK.

Slide 34 - Slide



Woensdag
Maken we taak 2 en 4 

Huiswerk voor woensdag:
Maak de woorden van les 1 af (vertalen, zin schrijven)
Afsluiting

Slide 35 - Slide

Angst
Uitleg: Een bang gevoel hebben.


Voorbeeldzin: Tim voelde angst toen hij de antwoorden niet wist.

Slide 36 - Slide

Dom
Uitleg: Niet slim.


Voorbeeldzin: Hij dacht dat hij dom was omdat hij het antwoord niet wist.

Slide 37 - Slide

Gemeen
Uitleg: Niet aardig



Voorbeeldzin: Het is gemeen om iemand dom te noemen.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide