DISK ruzie taak 1 + woordenschat dag 1

Thema Ruzie 
Taak 1 en woordenschat les 1
DISK thema 7
Leg nu op tafel:
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema Ruzie 
Taak 1 en woordenschat les 1
DISK thema 7
Leg nu op tafel:

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Wat ga je in dit thema doen?
  • Woordenschat les 1
  • Taak 1 maken

Slide 2 - Slide

Type hier een titel
Wat ga je in dit thema leren?
  • Je leest en schrijft een tekst over ruzie of een probleem; je praat over oplossingen.
  • Je leest over een ruzie goedmaken en je oefent daarmee.
  • Je praat over pesten en roddelen, je leest en bedenkt adviezen; je schrijft een e-email.
  • Je leest en schrijft reacties op pesten; je bespreekt ze samen.

Slide 3 - Slide

Doelen
  • Nieuwe woorden ->
Aan het einde van deze les:

- Kun je de woorden van woordenschat les 1 vertalen in je eigen taal en ze gebruiken in een Nederlandse zin mee schrijven.
- Kun je reacties schrijven op vier verschillende situaties
- Kun je 5 vragen verwerken in een korte tekst over ruzie.

Slide 4 - Slide

Woordenschat les 1
Tijdens een toets voelde Tim veel angst, omdat hij de antwoorden niet wist. Hij vond zichzelf dom en dacht dat het allemaal nooit goed zou aflopen. Toen de meester hem na de toets vroeg hoe het ging, barstte Tim verdrietig in huilen uit. “Je bent niet dom,” zei de meester, “soms weet je het antwoord niet, en dat is helemaal niet jouw schuld.” Met hulp van de meester lukte het Tim om het probleem op te lossen. De meester zei: “Het komt vanzelf goed, als je blijft oefenen.”


Slide 5 - Slide

aflopen, angst, dom, eruit, gemeen, meester, oplossen, schuld, verdrietig, vanzelf

Slide 6 - Slide

Aflopen
Uitleg: Iets eindigt of stopt.



Voorbeeldzin: De toets zal over vijf minuten aflopen.

Slide 7 - Slide

Angst
Uitleg: Een bang gevoel hebben.


Voorbeeldzin: Tim voelde angst toen hij de antwoorden niet wist.

Slide 8 - Slide

Dom
Uitleg: Niet slim.


Voorbeeldzin: Hij dacht dat hij dom was omdat hij het antwoord niet wist.

Slide 9 - Slide

Eruit
Uitleg: Naar buiten of zichtbaar worden.


Voorbeeldzin: Tim begon verdrietig te huilen en alle emoties kwamen eruit.

Slide 10 - Slide

Gemeen
Uitleg: Niet aardig



Voorbeeldzin: Het is gemeen om iemand dom te noemen.

Slide 11 - Slide

Oplossen
Uitleg: Een probleem proberen goed te maken.


Voorbeeldzin: Samen met de meester kon Tim het probleem oplossen.

Slide 12 - Slide

Schuld
Uitleg: Het gevoel of de situatie dat jij iets fout hebt gedaan.


Voorbeeldzin: Tim dacht dat alles zijn schuld was.



Slide 13 - Slide

Verdrietig
Uitleg: Een droevig gevoel hebben.


Voorbeeldzin: Tim voelde zich verdrietig en moest huilen.



Slide 14 - Slide

Vanzelf
Uitleg: Iets gebeurt zonder dat je iets hoeft te doen.


Voorbeeldzin: Het komt vanzelf goed als je blijft oefenen.



Slide 15 - Slide

Wat is roddelen?
A
Je praat niet aardig over iemand anders.
B
Je praat aardig over iemand anders.
C
Je praat over jezelf.

Slide 16 - Quiz

Iemand heeft jouw mooiste trui geleend? Hij geeft hem terug met een groot gat.
010

Slide 17 - Poll

Iemand praat in de klas tegen je, jij zegt: shhh, maar de docent stuurt jou eruit.
010

Slide 18 - Poll

Je wacht bij de kassa van de Lidl om iets te kopen en iemand kruipt voor, wat doe je?
ik zeg niets
ik zeg iets, maar wel vriendelijk
ik kijk boos
ik word boos
ik weet het niet

Slide 19 - Poll

Je loopt de trap op en iemand duwt je, wat doe je?
ik zeg niets
ik zeg iets, maar wel vriendelijk
ik kijk boos
ik word boos
ik weet het niet

Slide 20 - Poll

Thema 7: ruzie
Wat ga je in dit thema doen?
  • Je leest en schrijft een tekst over ruzie of een probleem; je praat over oplossingen.
  • Je leest over een ruzie goedmaken en je oefent daarmee.
  • Je praat over pesten en roddelen, je leest en bedenkt adviezen; je schrijft een e-email.
  • Je leest en schrijft reacties op pesten; je bespreekt ze samen.

Slide 21 - Slide

Groep 2 - Taak 1 thema 7

Slide 22 - Slide

Thema 7: Ruzie
Waar heb jij wel eens ruzie over gehad?

Slide 23 - Slide

Opdracht 1 :
Lees het verhaal van Carl. Het verhaal heeft geen einde.

Slide 24 - Slide


Slide 25 - Open question

Opdracht 2 :
Wat denken jullie: hoe gaat het verhaal van Carl verder?
Overleg eerst samen en schrijf het dan op.
Bedenk:

  • Wat zei Yuri?
  • Wat deed hij?
  • En wat zei Carl toen?
  • En wat deed Carl toen?

Slide 26 - Slide

Opdracht 3 :
Lees de situaties.
Wat kan je doen in deze situaties? Wat kan je zeggen?
Schrijf je reactie op.

Slide 27 - Slide

Opdracht 4 :
Schrijven over een ruzie of een probleem.
Schrijf over een ruzie of een probleem.
Gebruik de volgende vragen:
  • Met wie had je ruzie of een probleem?
  • Wanneer was het?
  • Waar ging het over?
  • Wat gebeurde er allemaal?
  • Hoe eindigde de ruzie of het probleem?

Slide 28 - Slide



Maandag
Maken we taak 2 en 3 en woordenschat les 2 en 3

Huiswerk voor maandag:
Maak de woordenlijst van les 1 af (vertalen + zin schrijven).
Afsluiting

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide