Hoofdstuk 3 Getallen 3.4 + 3.5

Welkom
Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.
Je laptop blijf in de tas.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Welkom
Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.
Je laptop blijf in de tas.

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een decimaal getal als breuk schrijven.
... breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken.
... afronden op één decimaal.
... afronden op twee decimalen.
... wat zinvol afronden is.

Slide 2 - Slide

Vorige les
Waar zijn we mee bezig geweest?

Slide 3 - Slide

2/5 is ...
A
0,2
B
0,4
C
0,6
D
0,8

Slide 4 - Quiz

3.4 Decimale getallen en breuken
  • Je leert een decimaal getal als breuk schrijven.
  • Je leert breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken.

Slide 5 - Slide

En nu andersom.
0,1 is ...
A
1/10
B
1/5
C
1/100
D
1/50

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Schrijf dit decimale getal als breuk.
A
4102
B
24
C
451
D
204

Slide 8 - Quiz

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

0,07 ........... 0,7
Groter, kleiner of gelijk
A
<
B
>
C
=
D

Slide 9 - Quiz

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken ondersteunende opdrachten of uitdagende opdrachten.
Maken? – 3.4 opgave 28, 29, 30, 31, 34, 35

timer
5:00

Slide 10 - Slide

3.5 Afronden
  • Je leert afronden op één decimaal.
  • Je leert afronden op twee decimalen.
  • Je leert wat zinvol afronden is.

Slide 11 - Slide

Rond 0,85714 af op één decimaal.
A
0,8
B
0,9
C
0,85
D
0,86

Slide 12 - Quiz

Rond 0,85714 af op twee decimalen.
A
0,8
B
0,9
C
0,85
D
0,86

Slide 13 - Quiz

Hoe kun je dit opschrijven?
Rond 0,85714 af op twee decimalen.

Slide 14 - Slide

De klas MH1b gaat met 16 leerlingen en 2 begeleiders bootje varen. Er kunnen 4 personen in één bootje. Hoeveel bootjes zijn er nodig?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken ondersteunende opdrachten of uitdagende opdrachten.
Maken? – 3.4 opgave 28, 29, 30, 31, 34, 35
                     3.5 opgave 37, 38, 39, 41, 42, 43

timer
5:00

Slide 16 - Slide

Doelen gehaald?
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een decimaal getal als breuk schrijven.
... breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken.
... afronden op één decimaal.
... afronden op twee decimalen.
... wat zinvol afronden is.

Slide 17 - Slide

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

0,14 ........... 0,017
Groter, kleiner of gelijk
A
<
B
>
C
=
D

Slide 18 - Quiz

Hendrik wil ijsjes halen. Eén ijsje kost 0,50. Hendrik heeft 3,40. Hoeveel ijsjes kan hij kopen?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 19 - Quiz