Bladgroenkorrels slaan de energie uit zonlicht op in glucose. De energierijke glucose wordt daarna afgevoerd naar de andere delen van de plant. Cellen gebruiken glucose als energiebron. Door de glucose af te breken komt de opgeslagen energie vrij. Die energie en de resten van de glucose kan de cel gebruiken, bijvoorbeeld om weer andere stoffen te maken. Zo kan de plant groeien en nieuwe delen maken. Ook in cellen van mensen en dieren wordt glucose afgebroken om energie vrij te maken.
De afbraak van glucose gebeurt in mitochondriën (enkelvoud: mitochondrium). Deze
celorganellen komen voor in plantaardige en dierlijke cellen. Met een
lichtmicroscoop kun je ze niet zien, maar met een elektronenmicroscoop lukt dat wel.
In de afbeelding zijn de celorganellen gekleurd met de computer zodat ze beter
te zien zijn. De bruine rondjes en staafjes in de cel van de afbeelding zijn
mitochondriën. Cellen die veel energie nodig hebben, zoals spiercellen, bevatten
veel mitochondriën. In de uitvergroting zie je één mitochondrium.