This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
7.4 Krachten in evenwicht
Slide 1 - Slide
Voor vandaag
Vorige les
Uitleg bij 7.4
opdrachten maken
Lesafsluiting
HW controle
Slide 2 - Slide
Zwaartekracht
Hoe zwaarder een voorwerp, hoe groter de zwaartekracht.
De zwaartekracht meten we in Newton (N).
De zwaartekracht kun je meten met een
krachtmeter
1 kg = 10 N
Slide 3 - Slide
Leerdoelen 7.4
Je leert het effect van krachten die elkaar tegenwerken
Slide 4 - Slide
Richting van de kracht
Komt de kist vooruit?
Slide 5 - Slide
Richting van de kracht
Tegenwerkende krachten
40 N naar links en 40 N naar rechts
Slide 6 - Slide
Richting van de kracht
Fnetto = 0 N
Slide 7 - Slide
Richting van de kracht
Fnetto = 0 N
Regel: tegenwerkende krachten moet je van elkaar af trekken
Slide 8 - Slide
Krachten in evenwicht.
Als krachten in evenwicht zijn is het resultaat 0 Newton.
Zie de volgende slides voor meer voorbeelden.
Slide 9 - Slide
krachten in evenwicht
Nettokracht = 0
Pijlen tegenovergesteld even lang
Slide 10 - Slide
Welke kracht gaat welke richting op?
Slide 11 - Slide
Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.
Er is evenwicht dus de fruitschaal
komt niet in beweging.
Fn
Slide 12 - Slide
Normaalkracht
Normaalkracht = zwaartekracht
Fn = Fz
Nettokracht = 0
Er is evenwicht dus de fruitschaal
komt niet in beweging.
Fn
Slide 13 - Slide
Krachten in evenwicht
Twee krachten zijn evengroot en werken in
de tegenovergestelde richting.
Daardoor gebeurt er niets.
De zak beweegt niet omhoog
en niet omlaag.
Slide 14 - Slide
Spankracht Fspan
De spankracht is de kracht die een touw of snaar of ander langwerpig voorwerp gespannen houdt - meestal doordat dit voorwerp iets op/aantrekt. Zoals bij de lamp. Op het snoer van de lamp werkt een kracht, dat noem je de spankracht.
Fspan
Slide 15 - Slide
Krachten evenwicht
Bij een lamp die aan het plafond hangt zie je geen effect van een kracht. Dat komt omdat er twee krachten op de lamp werken: de zwaartekracht naar beneden en de spankracht naar boven. De spankracht en de zwaartekracht zijn even groot maar tegengesteld: er is evenwicht. Bij twee krachten is er evenwicht als de krachten even groot en tegengesteld gericht zijn.
Slide 16 - Slide
Fnormaal is gelijk aan
Fzwaartekracht
Slide 17 - Slide
Fnormaal is gelijk aan
Fzwaartekracht
Slide 18 - Slide
Fnormaal is kleiner dan
Fzwaartekracht
Nijlpaard zakt door plank
Slide 19 - Slide
Wrijvingskracht is even groot als spierkracht .
Het resultaat van de krachten is 0.
Auto komt niet in beweging.
Slide 20 - Slide
Spierkracht is groter geworden.
Wrijvingskracht is ook groter geworden.
Het resultaat van de krachten is 0.
Auto komt niet in beweging.
Slide 21 - Slide
Spierkracht is groter geworden dan de maximale wrijvingskracht.
De netto kracht positief.
Auto komt in beweging.
Slide 22 - Slide
Resultaat van netto kracht
Nettokracht in de richting van beweging - versnelling
Nettokracht tegen de richting van beweging - vertraging
Slide 23 - Slide
Aan de slag
Wat KBL: Maken 7.4 BLZ 133 opdracht 40 t/m 49 ALLEMAAL
Wat BBL: Maken 7.4 BLZ 141 opdracht 49 t/m 60 (K niet)
Hoe: Zelfstandig / samen
Hulp: 1. Boek 2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min
Klaar: 1. * opdrachten maken 2. Nakijken op laptop 3. Aan mij laten zien
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Leerdoelen 7.4
Je leert het effect van krachten die elkaar tegenwerken
Slide 28 - Slide
Resultante kracht
Slide 29 - Slide
Resultaten/ netto kracht
Wat is de nettokracht?
Slide 30 - Slide
Nettkoracht
100 - 40 = 60 N
Nettokracht naar links
Slide 31 - Slide
Nettokracht
Wat is hier de nettokracht en welke kant op?
Slide 32 - Slide
Nettokracht
Als krachten dezelfde richting op gaan mag je ze bij elkaar op tellen
Slide 33 - Slide
Nettokracht
Kracht naar links: 80 + 80 = 160 N
Kracht naar rechts: 130 N
Wat is netoo kracht?
Slide 34 - Slide
Krachten in evenwicht
Slide 35 - Slide
De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden
Slide 36 - Quiz
Wat is de nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N
Slide 37 - Quiz
Wat is de nettokracht?
A
186 N naar links
B
8360 N naar rechts
C
1,45 N naar rechts
D
34 N naar links
Slide 38 - Quiz
Herhaling
Test je kennis aan de hand van de volgende vragen via LessonUp.
Slide 39 - Slide
Een gewichtheffer kijkt zeer ingespannen. Kun je krachten zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 40 - Quiz
Is er maar één soort kracht?
A
Ja, alle krachten zijn hetzelfde.
B
Nee, er zijn meer soorten krachten.
C
Nee, dat hangt van de plaats af.
D
Ja, dat is de spierkracht.
Slide 41 - Quiz
Wat is het symbool van kracht?
A
F
B
N
C
K
Slide 42 - Quiz
Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram
Slide 43 - Quiz
Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.
Slide 44 - Quiz
Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl
Slide 45 - Quiz
De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt noemen we:
A
Wrijvingskracht
B
Zwaartekracht
C
Magnetische kracht
D
Spankracht
Slide 46 - Quiz
Bereken de zwaartekracht op een glas water met een massa van 0,3 kg.