informatie uit opgaven extra oefenen

informatie uit opgaven extra oefenen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

informatie uit opgaven extra oefenen

Slide 1 - Slide

Je komt ze steeds tegen bij eindexamens: vragen waarbij gezegd wordt: 
"geef antwoord met behulp van de informatie."
Dat lijkt heel simpel, maar toch worden hier veel fouten mee gemaakt.
Daarom deze lessonup, zodat jij weet hoe je deze fouten kunt voorkomen

Slide 2 - Slide

Het belangrijkst om te onthouden is:

Er staat: HAAL HET UIT DE INFORMATIE!!

Je hoeft hier niet zelf iets te verzinnen.
HET STAAT IN DE INFORMATIE!!!!!!!

Slide 3 - Slide

SOORTEN INFORMATIE

TEKST

PLAATJE

GRAFIEK

De informatie staat in een tekst. 
Geef met een accentueerstift aan, wat belangrijk is.
Kijk nog een keer naar de vraag: waar staat het antwoord?
Neem dit over
Plaatjes staan er soms alleen maar, om het er leuker uit te laten zien.
Maar vaak is het plaatje nodig, om te beantwoorden.
Vergeet niet goed naar de plaatjes te kijken
Je kunt ook informatie uit een grafiek halen.
Vaak is dit om dingen te kunnen berekenen, maar soms moet je alleen iets aflezen.

Slide 4 - Slide

voorbeeld opgave
Eindexamen 2022-1

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Twee levenskenmerken van de harlekijnboktor zijn voeden en zich
voortplanten.
 Noem een ander levenskenmerk van de harlekijnboktor uit de
informatie.
er worden al twee levenskenmerken genoemd... Je moet dus een ander levenskenmerk uit de tekst halen
Wat is een levenskenmerk? Denk daar eens over na! Er staan al twee voorbeelden, die helpen je op weg. Achter de knop vind je de levenskenmerken zoals je ze geleerd hebt.
Welke staat er in de tekst?
de levenskenmerken zijn:
voeden
waarnemen
bewegen
groeien
voortplanten
gaswisseling (ademhaling)
opnemen van stoffen (eten)

Slide 7 - Slide

examen 2021-III

Slide 8 - Slide

examen 2021-III
Noem een orgaanstelsel van een niet-biologische kip dat volgens de informatie door de snelle groei niet meer goed kan functioneren. 
Stap 1
bedenk wat een orgaanstelsel is

Slide 9 - Slide

examen 2021-III
Noem een orgaanstelsel van een niet-biologische kip dat volgens de informatie door de snelle groei niet meer goed kan functioneren. 
Stap 2
lees in de vraag wat je exact moet weten over het orgaanstelsel

Slide 10 - Slide

examen 2021-III
Noem een orgaanstelsel van een niet-biologische kip dat volgens de informatie door de snelle groei niet meer goed kan functioneren. 
Stap 3
lees in de tekst waar informatie niet goed functioneren.
ARCEER DIT!!

Slide 11 - Slide

examen 2021-III
Noem een orgaanstelsel van een niet-biologische kip dat volgens de informatie door de snelle groei niet meer goed kan functioneren. 
Stap 4
lees in de tekst waar informatie kan staan over orgaanstelsels.
ARCEER DIT!!!!

Slide 12 - Slide

examen 2021-III
Noem een orgaanstelsel van een niet-biologische kip dat volgens de informatie door de snelle groei niet meer goed kan functioneren. 
Stap 5
Welk orgaanstelsel hoort bij de organen die je gearceerd hebt (het zijn er meer)

Slide 13 - Slide

Noem een orgaanstelsel van een niet-biologische kip dat volgens de informatie door de snelle groei niet meer goed kan functioneren.
info

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Een tomatenkweker bekijkt een microscopisch preparaat van een cel.
De cel heeft wel een celwand, maar geen celkern.
Van welk biologisch bestrijdingsmiddel kan deze cel afkomstig zijn? 
wat weet je
Je haalt uit de vraag, dat de cel geen celkern heeft maar wel een celwand
leerwerk
Je hebt vorig jaar geleerd:
plant...............heeft alle celonderdelen
dier.................. heeft geen celwand en geen bladgroen
schimmel....heeft geen bladgroen
bacterie.........heeft geen celkern
hoe kom je aan het antwoord
Je hebt gelezen: geen celkern.
Welke cel heeft geen celkern?
plant...............heeft alle celonderdelen
dier.................. heeft geen celwand en geen bladgroen
schimmel....heeft geen bladgroen
bacterie.........heeft geen celkern

Slide 16 - Slide

Een tomatenkweker bekijkt een microscopisch preparaat van een cel.
De cel heeft wel een celwand, maar geen celkern.
Van welk biologisch bestrijdingsmiddel kan deze cel afkomstig zijn?
A
van Bacillus thuringiensis
B
van Verticillium lecanii
C
van een sluipwesp

Slide 17 - Quiz

Bacillus thuringiensis wordt meestal niet gebruikt in een kas waarin
insecten als bestrijdingsmiddel zijn ingezet.
 Leg uit waarom Bacillus thuringiensis daar beter niet gebruikt kan
worden
wat weet je
In de informatie staat geschreven: 
Een bacterie die veel gebruikt wordt als bestrijdingsmiddel is Bacillus
thuringiensis. Deze bacterie maakt gifstoffen die dodelijk zijn voor veel
insecten.
wat wordt gevraagd
 Leg uit waarom Bacillus thuringiensis  beter niet gebruikt kan
worden als er ook insecten in de kas zitten.
Antwoord
 Bacillus thuringiensis is dodelijk voor insecten
Waarom kan het niet gebruikt worden in een kas waarin ook insecten zitten???

Slide 18 - Slide

Bacillus thuringiensis wordt meestal niet gebruikt in een kas waarin
insecten als bestrijdingsmiddel zijn ingezet.
 Leg uit waarom Bacillus thuringiensis daar beter niet gebruikt kan
worden

Slide 19 - Open question

In de informatie staan namen van verschillende organismen die deel
uitmaken van voedselketens.
 Schrijf één voedselketen op waarvan de galmug en nog twee andere
organismen deel uitmaken.
wat weet je
vorig jaar heb je geleerd wat een voedselketen is.
Schrijf er eens een eenvoudige op...
wat weet je 2
voedselketen:

plant => planteneter => vleeseter
wat heb je nodig?
om het voedselketen te kunnen maken heb ik nodig:

plant => planteneter => vleeseter

Dit moet ik in de tekst opzoeken

Slide 20 - Slide

In de informatie staan namen van verschillende organismen die deel
uitmaken van voedselketens.
 Schrijf één voedselketen op waarvan de galmug en nog twee andere
organismen deel uitmaken.
wat weet je
vorig jaar heb je geleerd wat een voedselketen is.
Schrijf er eens een eenvoudige op...
wat weet je 2
voedselketen:

plant => planteneter => vleeseter
wat heb je nodig?
om het voedselketen te kunnen maken heb ik nodig:

plant => planteneter => vleeseter

Dit moet ik in de tekst opzoeken

Slide 21 - Slide

In de informatie staan namen van verschillende organismen die deel
uitmaken van voedselketens.
 Schrijf één voedselketen op waarvan de galmug en nog twee andere
organismen deel uitmaken.
wat weet je
vorig jaar heb je geleerd wat een voedselketen is.
Schrijf er eens een eenvoudige op...
wat weet je 2
voedselketen:

plant => planteneter => vleeseter
wat heb je nodig 2?
Plant: tomatenplant of komkommerplant
planteneter: witte vlieg of bladluis
Vleeseter: sluipwesp, roofwants of galmug

In de vraag staat, dat ik in ieder geval de galmug moet gebruiken, Ik kan dus de sluipwesp of roofwants niet gebruiken.
Nu vul ik het in met 
plant => planteneter => galmug
wat heb je nodig?
om het voedselketen te kunnen maken heb ik nodig:

plant => planteneter => vleeseter

Dit moet ik in de tekst opzoeken

Slide 22 - Slide

In de informatie staan namen van verschillende organismen die deel
uitmaken van voedselketens.
 Schrijf één voedselketen op waarvan de galmug en nog twee andere
organismen deel uitmaken.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Wat is de functie van de kleur van het mannetje tijdens het zoeken naar
voedsel? 
wat weet je
dieren kunnen kleuren hebben met meerdere redenen: 
om een partner te lokken, 
om andere dieren af te schrikken
om als camouflage te dienen
wat lees je
mannetjes zijn groen
wat lees je
mannetjes zijn groen
en zoeken tussen de bladeren naar voedsel
en proberen weg te blijven voor roofvogels

Slide 25 - Slide

Wat is de functie van de kleur van het mannetje tijdens het zoeken naar
voedsel?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

De informatie hierboven gaat over levenskenmerken van verschillende
organismen, onder andere over voortplanting.
Twee andere levenskenmerken zijn: stofwisseling en reageren op
prikkels.
Gaat de informatie ook over deze andere levenskenmerken? 
wat is stofwisseling?
Wordt stofwisseling genoemd?
Wordt reageren op prikkels genoemd?

Slide 28 - Slide

De informatie hierboven gaat over levenskenmerken van verschillende
organismen, onder andere over voortplanting.
Twee andere levenskenmerken zijn: stofwisseling en reageren op
prikkels.
Gaat de informatie ook over deze andere levenskenmerken?
A
Nee
B
Ja, alleen over stofwisseling
C
Ja, alleen over reageren op prikkels
D
Ja, op stofwisseling en reageren op prikkels

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

buis van Eustachius
Hier komt de bacterie binnen

Slide 31 - Slide

In welk deel van het oor komen bacteriën via de buis van Eustachius als eerste binnen?
A
in de gehoorgang
B
in de trommelholte (= middenoor)
C
in het slakkenhuis
D
in de gehoorbeentjes

Slide 32 - Quiz