Zelfbepaling bijeenkomst 2

Zelfbepaling bijeenkomst 3
1 / 30
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Zelfbepaling bijeenkomst 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thema's voor de volgende lessen?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Inhoud van de les

- Thema's volgende lessen
- Oefenen met casuïstiek 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen


Je benoemt de verschillende typen motivatie.
Je kan uitleggen hoe motiverende gespreksvoering bijdraagt aan de zelfbepaling
van mensen met een LVB.
Je hebt kennisgemaakt met technieken van motiverende gespreksvoering bij
mensen met een LVB. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

ENEGIZER 
Sta op als.. en kies een andere stoel.. 
de persoon die geen stoel heeft verzit een nieuwe vraag.. 

  • Je vanmorgen koffie hebt gedronken... 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zelfbepaling, wat heb je geleerd van de vorige bijeenkomst?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Zelfbepaling (zelfdeterminatie) 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gaten samenvatting 

Slide 8 - Slide

- Autonomie
- Competentie 

Zelfbepaling 
Zelfbepaling (zelfdeterminatie) 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Energizer ''Gele vleugels''

Slide 11 - Slide

De studenten krijgen de opdracht om
de persoon links en rechts van hen een compliment te geven. Zij doen dit door
het compliment op de post-it te schrijven en deze op de schouders van degenen
links en rechts van hen te plakken. De docent en de gastdocent doen beiden
Vissenkom discussie 

Slide 12 - Slide


Bij deze werkvorm voeren de studenten eerst in kleine groepen een discussie
en beschrijven zij argumenten voor en tegen. Daarna gaan alle discussieleiders
van elk groepje bij elkaar zitten en verder discussiëren.''

De stappen zijn als volgt:
1. De docent verdeelt de klas over 4 groepjes. Het aantal studenten per groepje
is dus afhankelijk van de groepsgrootte.
2. Elk groepje kiest een discussieleider.
3. Alle groepjes gaan in discussie over de probleemstelling: “Mensen met een
verstandelijke beperking zouden geen keuzes moeten maken, omdat ze
minder goed kunnen nadenken over de gevolgen.” Zij beschrijven voor- en
tegen argumenten bij de probleemstelling. De studenten dienen hierbij
gebruik te maken van bronnen via internet.
4. De discussieleiders van elk groepje gaan op een centrale plek in het lokaal
zitten. De andere studenten zitten eromheen. Vervolgens geeft de docent
aan twee discussieleiders de opdracht om tijdens de discussie “voor” te
zijn, de andere twee discussieleiders zijn “tegen”.
5. Vervolgens zal de discussie van start gaan. De docent bepaalt uiteindelijk
wanneer de discussie ten einde is.
6. Na afloop wordt nabesproken wat de uitkomst van de discussie is en
waarom.

Voorbeelden van argumenten:
• Mensen met een VB hebben minder abstractievermogen,
waardoor ze
meer geneigd zijn feiten en meningen door elkaar te halen.
• Mensen met een LVB worden vaker als risicogroep gezien voor problematisch
middelengebruik en delinquent gedrag.
• De toenemende maatschappelijke participatie van mensen met een VB
lijkt hen niet alleen meer kansen te bieden, maar zal hen ook vatbaarder
maken voor risico’s en gevaren.
• Mensen met een VB hebben dezelfde rechten als mensen zonder een
verstandelijke beperking.
• Mensen met een VB zijn in staat zelf keuzes te maken, echter hebben zij
hier ondersteuning bij nodig van naasten of professionals.
Motivatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verschillende type motivatie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht motivatie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Autonomie ondersteunende omgeving

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Autonomie ondersteunende omgeving/vragen 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kijk opdracht
Neem de theorie van de vorige bijeenkomst in je gedachten. 

  • Wat ging er niet goed tijdens dit gesprek?
  • Wat voor gevoel kan dit gesprek hebben opgeroepen bij de patiënt?
  • Zou dit gesprek hebben bijgedragen aan de motivatie van de patiënt?
  • Wat had de tandarts anders moeten doen om bij te dragen aan de motivatie van de patiënt?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Evalueren 

Nabespreken van het video fragment klassikaal 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Energizer ''kameel'' 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken motiverende gespreksvoering

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten LVB

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Motiverende gesprekstechnieken oefenen

Slide 28 - Slide

- Oefenen in drietallen
- Drie rollen 
Begeleider 
Client 
Observator 

- Je hebt alle drie een keer alle rollen gehad. 

De begeleider en cliënt gaan met elkaar in gesprek, naar aanleiding van de
situaties die in de casussen staan omschreven. De begeleider hanteert hierbij motiverende gesprekstechnieken zoals deze in de les besproken zijn. 

De observator geeft feedback aan de begeleider aan de hand van de observatie- en oefenlijst ‘Motiverende gesprekstechnieken


Oefenen aan de hand van een eigen casus
Onderdelen van de casusbeschrijving:
• omschrijf de cliënt (geslacht, leeftijd, niveau).
• omschrijf de situatie waarbij jij in contact was met de cliënt.
• omschrijf jouw taak of de taak die je op je hebt genomen op dat moment.
• omschrijf het doel dat jij met motiverende gespreksvoering wilt bereiken bij
deze cliënt (doe dit zo concreet mogelijk).
• noteer minimaal vier motiverende gesprekstechnieken (die voortkomen uit
jouw plan van aanpak) die je in dit gesprek wilt oefenen. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Enegizer 
'' Wat ben Ik 

Schrijf een zorg-gerelateerd woord op een post-it voor een andere student. Hij/zij plakt deze op de rug
van de student. De studenten mogen niet weten welk woord er op de post-it
staat die op hun rug geplakt zit.

Slide 30 - Slide

Voorbeelden van woorden:
• stethoscoop
• verband
• bloeddrukmeter
• cliënt
• fysiotherapeut
• ondersteuningsplan
• koffie
• laboratorium