Motieven en thema

Ruimtegebruik in literatuur

'De kamer was klein en benauwd, met muren die leken te knellen. Het bed was onopgemaakt, de lakens verfrommeld, net als de gedachten van Anna. Een enkel raam liet amper licht binnen, verstopt achter zware, stoffige gordijnen die nauwelijks bewogen in de stille lucht. Stapels ongeopende brieven lagen verspreid over een oude tafel, zoals onverwerkte emoties die zich hadden opgestapeld. Alles in de ruimte ademde een gevoel van stilstand, van vastzitten.'                                                           (Bron: ChatGTP)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ruimtegebruik in literatuur

'De kamer was klein en benauwd, met muren die leken te knellen. Het bed was onopgemaakt, de lakens verfrommeld, net als de gedachten van Anna. Een enkel raam liet amper licht binnen, verstopt achter zware, stoffige gordijnen die nauwelijks bewogen in de stille lucht. Stapels ongeopende brieven lagen verspreid over een oude tafel, zoals onverwerkte emoties die zich hadden opgestapeld. Alles in de ruimte ademde een gevoel van stilstand, van vastzitten.'                                                           (Bron: ChatGTP)

Slide 1 - Slide

In het gelezen van fragment is sprake van...
A
Sferisch ruimtegebruik
B
Symbolisch ruimtegebruik
C
Zowel sferisch als symbolisch ruimtegebruik
D
geen speciale vorm van ruimtegebruik

Slide 2 - Quiz

Ruimtegebruik in literatuur

'De oude houten gevel was grijs en gespleten, met afgebladderde verf die als schilfers afbladderde. De ramen waren bedekt met een dunne laag stof, waardoor ze eruitzagen als doffe, starende ogen. Een koude wind blies door de scheuren in de muren en liet de luiken zachtjes klapperen. Een geur van schimmel en oud hout vulde de lucht, terwijl de schaduwen in de schemering langzaam langer werden. Elk geluid leek een geheim te verbergen.'                                                                                 (Bron: ChatGTP)

Slide 3 - Slide

In het gelezen van fragment is sprake van...
A
Sferisch ruimtegebruik
B
Symbolisch ruimtegebruik
C
Zowel sferisch als symbolisch ruimtegebruik
D
geen speciale vorm van ruimtegebruik

Slide 4 - Quiz

Motieven en thema
H5C, 16 september 2024

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les…
  • Weet je wat een motief is
  • Kun je leidmotieven, abstracte motieven en klassieke motieven herkennen en benoemen
  • Weet je hoe je het thema van een verhaal kunt formuleren

Slide 6 - Slide

Motieven
Motieven zijn steeds terugkerende elementen in een verhaal. We onderscheiden drie soorten motieven.
  1.  Abstracte motieven (literair historische motieven). Het gaat hierbij over abstracte (ongrijpbare) begrippen als onmacht, liefde, toeval, eenzaamheid en oorlog. Deze motieven kunnen binnen een werk voorkomen, maar ook tussen verschillende werken.
  2. Leidmotieven = concrete motieven. Het gaat hier over terugkerende tastbare zaken. Deze hebben een symbolische betekenis. Een dobbelsteen (toeval) kan bijvoorbeeld een leidmotief zijn
  3. Klassieke motieven. Het gaat hier om verhaalelementen die we al in klassieke verhalen tegenkomen. Denk aan het oedipusmotief, assepoestermotief en romeo-en-juliamotief

Slide 7 - Slide

Thema
Het thema (grondmotief) is de kortste aanduiding van het centrale probleem, waar het verhaal over gaat. Het is soms één woord, maar meestal een zin die samenvat waar het verhaal om draait
Zet eerst de belangrijkste motieven op een rijtje en formuleer daar omheen het thema 🡪 niet te precies (samenvatting), maar ook niet te algemeen

Bijv. Sneeuwwitje 🡪 Hoe een schone prinses haar grote liefde vindt, ondanks de tegenwerking van haar jaloerse stiefmoeder
Fout = Hoe het een prinses verging /  Hoe Sneeuwwitje met hulp van de kabouters haar prins vond nadat haar boze stiefmoeder haar probeerde te vergiftigen met een appel, wat bijna lukte waardoor ze in een glazen kist kwam, waarna ze gered werd door de prins die verliefd ......



Slide 8 - Slide

Tijd om te lezen in De Eerlijke Vinder

Of zal de docent voorlezen?
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Wie leest er verder? 

Slide 10 - Slide

Nu zelf aan de slag
Lees verder in de Eerlijke Vinder
Wat valt je op qua ruimtegebruik? En welke motieven herken je? Schrijf dit allemaal op in je schrift. Geen zin in lezen? Werk dan verder met taalvaardigheid uit de reader 

Slide 11 - Slide

Welke leidmotieven (concrete motieven) herken je in dit boek?

Slide 12 - Mind map

Welke abstracte motieven herken je in dit boek?

Slide 13 - Mind map