Economie BB leerjaar 4, paragraaf 3.3




3.3 De conjuctuur 


1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson




3.3 De conjuctuur 


Slide 1 - Slide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen waarom er ontslagen vallen als het slecht gaat met de economie.
  • uitleggen wat het begrip recessie en productiecapaciteit betekenen.
  • uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
  • uitleggen wat hoogconjuctuur en laagconjuctuur betekent en uitleggen hoe de oorzaak
     gevolgrelatie is. *
  • uitleggen welke invloed de bestedingen op de economie hebben. *
Wat gaan we leren?

Slide 2 - Slide

  • Conjuctuur is de
     golfbeweging van de
     economie.
Conjuctuur

Slide 3 - Slide

  • Bestedingen zijn de uitgaven voor
     de aankoop van producten.
  • De bestedingen bestaan uit:
    1. de aankopen van consumenten (consumptie);
    2. de aankopen van bedrijven (investeringen)
    3. de aankopen van de overheid;
    4. de aankopen vanuit het buitenland (export).
Bestedingen

Slide 4 - Slide

  • De productiecapaciteit is
     het maximale productie die
     een bedrijf kan leveren.
Productiecapaciteit

Slide 5 - Slide

  • De bestedingen nemen af
  • Bedrijven verkopen minder, dus
      de productie daalt →
  • De werkgelegenheid neemt af →
  • De werkloosheid stijgt →
  • Consumenten gaan minder
      verdienen →
  • De bestedingen nemen nog meer
      af

Laagconjuctuur

Slide 6 - Slide

  •  Bij laagconjunctuur (conjuncturele werkloosheid) verliezen
      mensen hun baan. Dit is tijdelijk, want de economie is een
      golfbeweging.
  • Deze werkloosheid heet conjuncturele werkloosheid.
Conjucturele werkloosheid

Slide 7 - Slide

  • Recessie is een periode
      waarin de totale productie
      van een land daalt.
  • Vraag: Bekijk het jaar 2023.
      Zitten we nu in een
      recessie? Leg je antwoord uit.
Recessie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

  • De bestedingen nemen toe
  • Bedrijven verkopen meer, dus de 
      productie stijgt →
  • De werkgelegenheid neemt toe →
  • De werkloosheid daalt →
  • Consumenten gaan meer
      verdienen →
  • De bestedingen nemen nog meer
      toe

Hoogconjuctuur

Slide 10 - Slide

EXAMENOPGAVE
timer
2:00

Slide 11 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Basis: Maak opgaven 3.3
Huiswerk

Slide 12 - Slide