Jullie kunnen in eigen woorden uitleggen waarom en hoe de overheid na 1870 probeerde om de leef- en werkomstandigheden van arbeiders te verbeteren.
Kernbegrippen
Sociale Kwestie
Sociale wetten
Kinderwetje van Van Houten (1874)
Slide 3 - Slide
Wat zijn vakbonden?
A
Verenigingen van werknemers
B
Verenigingen van werklozen
C
Verenigingen van werkgevers
D
Verenigingen van de lokale politiek
Slide 4 - Quiz
Welke politieke groep had aan het begin van de 20e eeuw een meerderheid in de Tweede Kamer?
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Femisten
D
Communisten
Slide 5 - Quiz
Welke politieke groep vindt dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving moet bemoeien?
A
Socialisten
B
Feministen
C
Liberalen
D
Communisten
Slide 6 - Quiz
Welke politieke groep vindt het belangrijk dat de overheid de verschillen tussen rijk en arm zo klein mogelijk maakt?
A
Socialisten
B
Feministen
C
Liberalen
D
Communisten
Slide 7 - Quiz
Welke politieke groep streed aan het begin van de 20e eeuw voor Algemeen Kiesrecht?
A
Socialisten
B
Feministen
C
Liberalen
D
Communisten
Slide 8 - Quiz
Waarom is Aletta Jacobs een zeer belangrijke vrouw in de Nederlandse geschiedenis?
A
Ze was de eerste vrouwelijke arts van NL
B
Ze was de eerste vrouw in NL die naar de universiteit ging
C
Ze was de eerste vrouwelijke arbeider van NL
D
Ze was de eerste vrouwelijke juf in NL
Slide 9 - Quiz
Welke politieke groep strijd nog altijd voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen?
A
Socialisten
B
Liberalen
C
Feministen
D
Communisten
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Video
'Pauperparadijs'
Generaal Johannes van den Bosch - Armen uit de steden naar het platteland brengen. - Met tucht en discipline het vak van boer leren.
Maatschappij van Weldadigheid (1818) - Vrije koloniën voor 'fatsoenlijke armen'. - Onvrije koloniën voor wezen, bedelaars, alcoholisten en landlopers. - Positief: Invoering van de leerplicht - Negatief: Strenge regels bij de heropvoeding.
Slide 12 - Slide
De Sociale Kwestie
In de tweede helft van de 19e eeuw werd voor veel mensen duidelijk dat er iets moest worden gedaan aan de armoede, de smerige woonwijken, de uitbraak van allerlei besmettelijke ziektes en de slechte werkomstandigheden in de fabrieken.
De Sociale Kwestie werd een politiek thema. De Nederlandse regering begon met het invoeren van sociale wetten: Wetten die erop gericht zijn om de leef- en werkomstandigheden van mensen te verbeteren.
Slide 13 - Slide
Sociale wetten
De liberale politicus Samuel van Houten maakte in 1874 de eerste sociale wet. Het Kinderwetje van Van Houten verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de 12 jaar. In 1900 werd de leerplicht ingevoerd. Voortaan moesten alle kinderen tussen 6 en 12 jaar verplicht naar school.
Andere sociale wetten:
Arbeiders krijgen een kleine uitkering bij ziekte, ongeval of ouderdom.
Arbeiders mogen vanaf 1919 maximaal 8 uur per dag werken.
Veiligheidswet van 1895 zorgde voor betere werkomstandigheden.
Woningwet van 1901 zorgde voor betere leefomstandigheden.
Algemeen Kiesrecht voor mannen (1917) en vrouwen (1919)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Aan de slag!
3.4 Sociale wetten en schonere steden Onderdeel B Opdracht 1 Onderdeel C Opdrachten 1 t/m 6 Onderdeel D Opdracht 1