Feiten, meningen en argumenten

Feit, Mening
&
Argument



Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.


1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Feit, Mening
&
Argument



Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.


Slide 1 - Slide

Lesdoel
Feiten, meningen en argumenten onderscheiden in een tekst.
(Cursus 1 - §4)

Slide 2 - Slide

Feit/mening/argument.
Wat zou het verschil zijn? (DDU)

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

FEIT

  • Uitspraak over iets wat waar of niet waar is
  • Een feit kun je controleren
  • Objectief



Voorbeeld 

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is, door bijvoorbeeld artikelen te lezen op de website van het Nibud.

Slide 5 - Slide

MENING (STANDPUNT)

  • Wat iemand ergens van vindt
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het ermee eens of oneens zijn
  • Subjectief


Voorbeeld  :

Ik vind dat jongeren te weinig kleedgeld krijgen.

Slide 6 - Slide

ARGUMENT

  • Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt. Dus waarom je een bepaalde mening hebt.
  • Je herkent een argument aan signaalwoorden als want, namelijk, omdat, immers
  • sterke en zwakke argumenten




Voorbeeld  

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 7 - Slide

Samengevat
Feiten: een feit kun je controleren.

Meningen: een mening is wat iemand van iets vindt.

Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt.

Slide 8 - Slide

Even testen...
Hierna zie je 10 uitspraken. Doe mee en test jezelf of je de theorie goed begrijpt!

Slide 9 - Slide

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz

Feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een heel mooi boek is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Feit, mening of argument?

Ik word namelijk gesteund door de UvA.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Feit, mening of argument?

Volgens mij zijn de meeste mensen erg bang.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quiz

Feit, mening of argument?

Want geur geeft sommige deodorants net iets extra's.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quiz

Feit, mening of argument?

Een door irritatie beschadigde huid kan leiden tot eczeem.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quiz

Feit, mening of argument?

Ik zou liever op vakantie gaan naar IJsland dan naar Spanje.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz

Feit, mening of argument?

Onze docent roept: "Jullie kunnen veel harder werken!"
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quiz

Waarom kan de vorige vraag discussie opleveren?

Slide 20 - Open question

Kan ik onderscheid maken tussen, feiten, meningen en argumenten?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll